De Rotterdamse rechtbank heeft de torenhoge boete die een groep beruchte spywareverspreiders in 2007 door de OPTA kreeg opgelegd, grotendeels laten staan. De drie bedrijven en hun twee directeuren waren volgens de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) betrokken bij het verspreiden van de Dollar Revenue spyware. Die werd via .exe downloads, ActiveX controls en browser exploits op 22 miljoen computers geïnstalleerd, zonder dat gebruikers hiervoor toestemming hadden gegeven. De OPTA legde in totaal een boete van één miljoen euro op.
De spywareverspreiders ging tegen de boete in beroep. Ze stelden dat een deel van het bewijs onrechtmatig was verkregen, omdat er geen toestemming geweest zou zijn om de servers voor onderzoek mee te nemen. Volgens de rechter is er van enig onrechtmatig handelen geen sprake. Daarnaast stelden de partijen achter Dollar Revenue dat de OPTA niet bevoegd was, aangezien veel slachtoffers zich buiten Nederland bevonden. De rechter liet weten dat het niet gaat om waar de slachtoffers zich bevinden, maar om waar de overtreding plaatsvindt. En dat was in Nederland.
Hoger beroep
De bedrijven lieten tevens weten dat de verspreiding van de spyware door partners was uitgevoerd. Ook dit punt verwierp de rechter, die stelde dat de partijen achter Dollar Revenue geen intermediair waren. Wel oordeelde de rechter dat het onvoldoende aannemelijk is dat één van twee personen en één van de drie bedrijven voor de verspreiding van de spyware verantwoordelijk waren. Daardoor blijft er van de één miljoen euro boete in totaal 800.000 euro over.
De betrokken partijen kunnen tegen de uitspraak hoger beroep aantekenen. Deze week ging de OPTA zelf in hoger beroep tegen een uitspraak van de Rotterdamse rechtbank. Die vernietigde een boete van 240.000 euro die de telecomwaakhond aan een spammer had opgelegd, aangezien er onvoldoende bewijs zou zijn.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.