Een groep van 113 strafrechtadvocaten heeft onlangs een verzoekschrift
ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De advocaten
zijn van oordeel dat de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) en de
Wet herziening gerechtelijk vooronderzoek (Wet herziening GVO) in strijd
zijn met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Concrete aanleiding voor de klacht is een Almelose rechtszaak, waarbij
afgeluisterde telefoongesprekken tussen een verdachte en zijn advocaat niet
werden vernietigd. Ook elders zouden politie en justitie dit nalaten. De 113
klagers zijn van mening dat door deze handelwijze inbreuk wordt gemaakt op
hun beroepsgeheim en verschoningsrecht, en dat dit strijdig is met artikel 8
van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dat artikel
ziet op de eerbiediging van het privé-leven. De 113 klagers stellen verder
dat de 'gegevens van geheimhouders op grote schaal, immers van 1994 in
onderzoeken die hebben gelopen via ten minste 14 tapkamers van de politie,
zijn opgeslagen en tot op heden niet zijn vernietigd. Hierdoor is in
flagrante strijd gehandeld met het voorschrift van artikel 126aa en de
vernietigingsplicht.'(Staatscourant)
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.