De Stuxnet-worm was niet alleen een coproductie van de Verenigde Staten en Israël, het liet Iraanse wetenschappers geloven dat er niets mis was met de nucleaire centrifuges die het langzaam saboteerde. Dat laat de New York Times weten. Volgens Meir Dagan, vertrekkend hoofd van de Israëlische inlichtingendienst Mossad, zou het Iraanse nucleaire programma zeker tot 2015 vertraging hebben opgelopen.
De krant bericht verder dat de Israël een eigen versie van de Iraanse installatie bouwde om de worm te testen. Een worm die mogelijk ontwikkeld kon worden omdat Siemens in 2008 samenwerkte met een belangrijk Amerikaans laboratorium om kwetsbaarheden in de computercontrollers van het bedrijf te vinden. Dezelfde controllers die volgens Amerikaanse inlichtingendiensten een belangrijke rol speelden in de Iraanse uraniumverrijkingsfaciliteiten. Volgens Siemens ging het echter om een routine controle, maar de presentatie waarin de kwetsbaarheden werden besproken zou onlangs van de Siemens website zijn verdwenen.
Opname
Hoewel Stuxnet de afgelopen maanden uitgebreid is onderzocht, zou de worm ook de normale werking van de apparatuur opnemen, om die opnamen later voor de beheerders af te spelen. Die zouden daardoor niet door hebben dat de centrifuges zichzelf kapot maakten.
Een ander deel van de code was zo ontwikkeld om opdrachten naar precies 984 aan elkaar geschakelde machines te sturen. Toen internationale onderzoekers de faciliteit van Natanz eind 2009 bezochten, ontdekten ze dat de Iraniërs precies 984 machines hadden laten vervangen die het jaar daarvoor nog werkten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.