Een Hongaarse man hoopte een baan bij de Marriott International Corporation te krijgen, door de hotelketen met malware te infecteren en vervolgens af te persen. De 26-jarige Attila Nemeth wist toegang tot vertrouwelijke documenten van de hotelketen te krijgen. Op 11 november vorig jaar stuurde hij een e-mail naar het personeel van Marriott waarin hij liet weten toegang tot de systemen te hebben en dat hij vertrouwelijke informatie had buitgemaakt.

Nemeth dreigde deze informatie te openbaren als Marriott hem geen baan als systeembeheerder aanbood, zo laat het Amerikaanse ministerie van Justitie weten. Nadat hij geen antwoord van de hotelketen ontving, stuurde hij een nieuwe e-mail met acht bijlagen, waarvan er zeven documenten die van het Marriott netwerk afkomstig waren. Het ging om documenten met financiële en andere vertrouwelijke gegevens.

Bijlage
De Hongaar wist via een e-mail met een geïnfecteerde bijlage toegang tot het netwerk te krijgen. Via de geinstalleerde backdoor kon hij vervolgens de e-mail en andere bestanden van Marriott bekijken. De hotelketen schakelde de Secret Service in, die via een valse identiteit met Nemeth communiceerde.

De Hongaar dacht dat hij met een manager van Marriott had te maken en bleef e-mailen en bellen waarin hij om een baan vroeg. Uiteindelijk stuurde hij een kopie van zijn Hongaarse paspoort naar de undercover agent en besloot naar de Verenigde Staten te komen.

Sollicitatie
Op 17 januari van dit jaar had Nemeth een "sollicitatiegesprek", waarin hij bekende de vertrouwelijke documenten te hebben gestolen en dat hij dreigde die te openbaren als hij geen baan kreeg. Ook demonstreerde de Hongaar hoe hij toegang tot het netwerk had gekregen en waar de gestolen documenten zich op een Hongaarse server bevonden. Daarop werd hij aangehouden.

De schade van de infectie zou tussen de 400.000 dollar en 1 miljoen dollar liggen, gebaseerd op het inhuren van consultants, salarissen en andere kosten die de infectie met zich meebracht. Nemeth hangt een maximale gevangenisstraf van vijftien jaar boven het hoofd. Op 3 februari volgend jaar doet de rechter uitspraak.