China wordt door westerse bedrijven en overheden als zondebok gebruikt om hun eigen falende IT-beveiliging te verbloemen. Dat laat de Amerikaanse beveiligingsexpert Marcus Ranum in de Global Times weten. Al jaren wordt er in de media bericht over aanvallen door Chinese hackers en hoe die te stoppen zijn. Ranum stelt dat het lekken van intellectueel eigendom een groot probleem is. "Maar het is vrij zinloos om uitspraken te doen over wie erachter zit. Elk bedrijf met waardevolle gegevens moet het tegen Chinese, Russische, amateur-hackers en hun concurrenten beschermen", merkt Ranum op.

Hij verbaast zich waarom iedereen naar China wijst, terwijl de werkelijke vraag moet zijn waarom het met de informatiebeveiliging van zoveel bedrijven en overheden slecht gesteld is en wat er kan worden gedaan om dit te verbeteren. "Ik denk dat de uitspraken over China aan het toenemen zijn, omdat bedrijven nu pas ontdekken hoe slecht hun beveiliging is en ze willen iemand de schuld geven in plaats van zichzelf."

Vingerwijzen
Volgens Ranum wil de private sector dat de overheid hen helpt het met beschermen van hun gegevens. De Amerikaanse overheid heeft miljarden dollars in online security geïnvesteerd en ziet nu dat het hier niet toe in staat is. "Dus de overheid wijst de vinger naar een ander. Iedereen die hierbij betrokken is moet beter zijn best doen."

De beste bescherming tegen 'cyberterroristen' en 'cyberinfiltranten' is het hebben van een goede verdediging. De meeste voorbereidingen op een cyberoorlog zijn een gigantische geldverspilling, stelt Ranum. "Behalve aan de defensieve kant. De VS en China zouden beter hun tijd kunnen besteden aan het opstellen van overeenkomsten om de samenwerking bij de bestrijding van cybercrime te verbeteren, in plaats van plannen te maken om elkaar aan te vallen."