De Politie-eenheid Midden-Nederland, voorheen het Regionaal politiekorps Flevoland, gaat gegevens over zware criminaliteit minder lang bewaren omdat het anders een dwangsom verschuldigd is die het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft opgelegd.
De Criminele Inlichtingeneenheid (CIE) van het voormalige politiekorps bleek gegevens te lang te bewaren. CIE’s verwerken politiegegevens om inzicht te krijgen in de betrokkenheid van personen bij het beramen en plegen van ernstige en georganiseerde misdrijven. Voor de verwerking van deze gevoelige (politie)gegevens gelden strenge wettelijke eisen.
Dit is omdat de informatie niet altijd betrouwbaar is, het gaat om zowel bevestigde als niet-bevestigde gegevens, en de gegevens ook betrekking kunnen hebben op personen die (nog) geen verdachte zijn, terwijl de risico’s en gevolgen van de verwerking groot kunnen zijn voor de personen die het betreft. De Wet politiegegevens (Wpg) bepaalt dan ook dat dergelijke politiegegevens moeten worden verwijderd zodra zij niet langer noodzakelijk zijn voor het doel waarvoor ze werden verwerkt.
De wet eist daarom een periodieke (jaarlijkse) toets om vast te stellen in hoeverre de gegevens nog noodzakelijk zijn. Bovendien geldt een maximale bewaartermijn voor de gegevens: deze moeten uiterlijk vijf jaar nadat voor het laatst gegevens zijn toegevoegd worden verwijderd.
Uit het onderzoek van het CBP is gebleken dat de politie-eenheid Midden-Nederland onvoldoende maatregelen had getroffen om ervoor te zorgen dat de CIE-gegevens tijdig werden verwijderd of vernietigd. Zo bleek de eenheid de wettelijk vereiste noodzakelijkheidstoets niet minstens één keer per jaar uit te voeren. Als gevolg van hiervan werden de CIE-gegevens bovendien niet op tijd verwijderd of vernietigd, zodat deze gegevens langer werden bewaard dan is toegestaan.
Omdat deze overtredingen nog steeds voortduren, heeft het CBP een last onder dwangsom opgelegd aan de politie-eenheid Midden-Nederland. Na oplegging van de last onder dwangsom heeft de eenheid toegezegd alsnog maatregelen te treffen om de overtredingen te beëindigen.
De eenheid heeft hier tot en met 19 juni 2014 de tijd voor gekregen. Het CBP zal dan controleren of de overtredingen daadwerkelijk zijn beëindigd. Zo niet, dan is de politie-eenheid Midden-Nederland een dwangsom verschuldigd die kan oplopen tot 150.000 euro.
Ook de CIE’s bij het voormalig regionaal politiekorps Brabant Zuid Oost en de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport handelden in strijd met de wet. Zij hebben echter na het onderzoek van het CBP de overtredingen beëindigd. Het was daarom niet nodig om aan hen een last onder dwangsom op te leggen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.