Defensie maakt dronevluchten zelden vooraf bekend, terwijl heimelijk cameratoezicht in Nederland verboden is. Uit cijfers van de Staatscourant blijkt dat in 2013 slechts 9% van de dronevluchten vooraf was aangekondigd. In 2011 was dit nog 87%, zo meldt Nu.nl.
Drones zouden sinds 2009 op 546 dagen bij oefeningen en surveillance zijn ingezet. Daarbij werd over de woningen van 3,2 miljoen Nederlanders gevlogen, een kleine 20% van de bevolking. Volgens Gerrit-Jan Zwenne, hoogleraar Recht in de Informatiemaatschappij aan de Universiteit Leiden, creëert het pas achteraf melden van de dronevluchten een sfeer van wantrouwen en onrust.
Corien Prins, hoogleraar Recht en Informatisering aan de Universiteit van Tilburg, laat tegenover BNR weten dat heimelijk cameratoezicht in Nederland verboden is. "We hebben een wetgeving in Nederland die als onlosmakelijk onderdeel heeft dat wanneer mogelijk burgers geïnformeerd moeten worden. Dat het kenbaar voor ons moet zijn dat we geobserveerd worden."
Het Ministerie van Defensie wilde vooralsnog niet reageren op de vraag waarom het dronevluchten steeds vaker pas na afloop bekendmaakt. Eind vorig jaar werd nog bekend dat het Kabinet een wetsvoorstel heeft ingediend waarin burgemeesters de bevoegdheid krijgen om voor de handhaving van de openbare orde ook mobiele camera’s, waaronder drones, in te zetten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.