De Nederlandse politie vindt dat providers de verkeersgegevens van
internetgebruikers en GSM-telefoons minimaal een jaar lang moetem
bewaren. Deze gegevens moeten op last van een Officier van Justitie of
een rechter-commissaris afgegeven worden aan politiediensten als dat in
het belang is van een strafrechtelijk onderzoek.
Dat zei de voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen M. Beuving bij
de opening van het Congres `Criminaliteit...Toekomst vandaag, blik op
morgen', dat vandaag en morgen plaatsvindt in Den Haag. Volgens Beuving
dreigt door Europese afspraken over privacybescherming een bewaartermijn
van een jaar verboden te worden. Hierdoor zal het oplossingspercentage
voor misdrijven die een relatie hebben met de digitale wereld dalen,
voorspelde Beuving. De inschatting van Beuving is opmerkelijk, omdat
algemeen wordt aangenomen dat in het bewuste kaderbesluit van de
Europese Unie juist wel ruimte is voor langere opslagtermijnen voor
verkeersgegevens. Zeer tegen de zin van de Europese Commissie en
privacygroepen slaagden de EU-lidstaten er namelijk in om
uitzonderingsbepalingen in het kaderbesluit op te nemen, die het
lidstaten mogelijk maakt zelf opslagtermijnen vast te leggen. De
Nederlandse regering heeft tot nu toe geen standpunt ingenomen over de
wenselijkheid van een bewaarplicht. De regering wacht eerst een
onderzoek af, dat eind van dit jaar verwacht wordt. Uit dat onderzoek
moet blijken welke wensen politie- en inlichtingendiensten op dit gebied
hebben en tegen welke obstakels ze nu oplopen.
Volgens Hoofdcommissaris Beuving zal echter in menig opsporingsonderzoek
zonder de beschikbaarheid van verkeersgegevens `een kansloze start
gemaakt worden om een misdrijf op te lossen.' Volgens Beuving zijn
verkeersgegevens vaak de eerste basis voor het vinden van aanwijzingen
van digitale sporen die door de daders zijn achtergelaten. Daarnaast zou
het snel opvragen van de verkeersgegevens een belangrijke
effectiviteits- en efficiencywinst opleveren.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.