Als het om spionage gaat heeft de AIVD de afgelopen tijd voornamelijk digitale aanvallen waargenomen, hoewel ook "klassieke" spionage nog steeds een actueel risico is, zo laat minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer weten.

Plasterk informeerde de Tweede Kamer via het AIVD Jaarplan 2014 over de prioriteiten van de inlichtingendienst. Naast de veiligheidssituatie in het Midden-Oosten, Jihadistisch terrorisme en radicalisme en extremisme maken ook spionage, al dan niet digitaal, en cyberdreigingen hier onderdeel van uit. Volgens de minister bestrijdt de AIVD digitale aanvallen die op spionage en sabotage gericht zijn door onderzoek te doen naar de intentie en potentie van de voornamelijk statelijke actoren die achter dit soort aanvallen zitten.

"De AIVD richt zich primair op statelijke actoren, maar van digitale aanvallen is het zelden direct duidelijk wie erachter zit en wat de gevolgen zijn. Daardoor is ook niet direct duidelijk of een aanval raakt aan de taak van de AIVD", aldus Plasterk. In het geval een digitale aanval met cybercrime te maken heeft worden de bevindingen door de AIVD bijvoorbeeld voor verder onderzoek aan het Nationaal Cyber Security Centrum of het Team High Tech Crime van de Nationale Politie overgedragen.

Tot nu toe zou de AIVD vooral digitale aanvallen hebben waargenomen die waren gericht op spionage en het vergaren van kwetsbare en kostbare (politieke, militaire, economische en technische) informatie. Naast digitale spionage houdt de AIVD dit jaar zich ook bezig met het onderzoeken en verstoren van "klassieke" spionage, omdat dit ook nog steeds een actueel risico is. Plasterk laat de Kamer wel weten dat hiervoor minder capaciteit beschikbaar is dan een aantal jaar geleden.