Het aantal buitenlandse cyberaanvallen op China is vorig jaar afgenomen, maar vormt nog steeds een groot probleem, waardoor er speciale overheidsinstanties en wetgeving vereist zijn, zo heeft het Chinese Computer Network Emergency Response Technical Team en Coordination Center laten weten.

Vorig jaar zou er op 11,35 miljoen Chinese computers zijn ingebroken, een afname van 22,5% ten opzichte van 2012. Het ging om de eerste afname in vijf jaar, die vooral te danken zou zijn aan de aanpak van online dreigingen. Dat stelt het Chinese centrum in een nieuw rapport. Het grootste deel van de aangevallen computers, zo'n 10,9 miljoen, was het doelwit van dreigingen die vanuit het buitenland afkomstig waren.

"Het houdt in dat buitenlandse online aanvallen nog steeds een groot probleem voor de cybersecurity van ons land zijn, ondanks dat het totale aantal aanvallen is afgenomen", vertelt Wang Minghua, directeur van het centrum, tegenover de China Daily. Het grootste deel van de aanvallen, zo'n 4,5 miljoen, was afkomstig van Amerikaanse IP-adressen. Hierna volgden Zuid-Korea en Hong Kong. Om het probleem verder aan te pakken werkt de Chinese overheid aan wetgeving "tegen hacking". Wat de wetgeving concreet gaat inhouden is nog niet bekend.