De Ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie zijn vorig jaar het doelwit van cyberspionage geworden, alsmede intergouvernementele organisaties zoals de Verenigde Naties, de NAVO en EU. Dat laat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in het jaarrapport over 2013 weten.

Volgens de inlichtingendienst is het aantal digitale spionageaanvallen in de loop der jaren sterk toegenomen en winnen ze aan complexiteit en impact. "Het uitvoeren van digitale spionage is relatief eenvoudig en goedkoop, het risico van onderkenning is klein en de potentiële opbrengst is bijzonder groot." Door de eenvoud van cyberspionage is het volgens de AIVD niet langer voorbehouden aan grote, geavanceerde inlichtingendiensten.

Bijna elke inlichtingendienst zou de afgelopen jaren in zijn digitale capaciteiten hebben geïnvesteerd. Naast de aanvallen op overheidsinstanties en ministeries vinden er ook steeds meer digitale aanvallen op het bedrijfsleven plaats, waarbij het met name gaat om bedrijven en onderzoeksinstellingen binnen de energie-, biotechnologie-, chemie- en hightech-sector in Nederland en daarbuiten.

"Deze aanvallen richten zich op het vergaren van vertrouwelijke technisch-wetenschappelijke en financieel-economische informatie. Het bedrijfsleven loopt groot risico op schade als gevolg van inbreuken op intellectueel eigendom en door ondermijning van de onderhandelingspositie in aanbestedingstrajecten, contractonderhandelingen, fusies en overnames", aldus de AIVD.

Bijzondere kwetsbaarheid

De inlichtingendienst waarschuwt in het rapport voor een 'bijzondere kwetsbaarheid', namelijk dat steeds meer mensen informatie van zichzelf blootgeven door het gebruik van sociale media. Persoons- en organisatiegebonden informatie is daardoor verkrijgbaar op internet. Dat maakt het voor buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten eenvoudiger om potentiële doelwitten te identificeren en op een succesvolle manier te benaderen, waarschuwt de AIVD.