Als de politie verkeersgegevens wil hebben in het kader van een
strafrechtelijk onderzoek hoeven deze gegevens zich niet te beperken tot
de verdachte.
Dat schrijft minister Donner van Justitie in een brief aan de Tweede
Kamer waarin hij een aantal wijzigingen aankondigt van het wetsvoorstel
`vorderen gegevens telecommunicatie' dat momenteel bij de Tweede Kamer
aanhangig is. In het oorspronkelijke voorstel stond dat alleen
verkeersgegevens van de verdachte mogen worden opgevraagd. Bij
verkeersgegevens gaat het om gegevens die inzicht bieden in het bel- en
surfgedrag van verdachten.
Volgens minister Donner is het noodzakelijk om ook verkeersgegevens te
kunnen vorderen van anderen dan de verdachte, bijvoorbeeld om na te gaan
met welke personen een slachtoffer van een misdrijf contact heeft gehad
voordat het misdrijf werd gepleegd. Ook kan zo inzicht worden verkregen
in patronen van communicatie. `Toepassing jegens andere personen dan de
verdachte kan bijdragen aan de opsporing,' aldus de minister. Hij wijst
er bovendien op dat ook bij het aftappen telefoonverkeer mag worden
afgetapt waaraan de verdachte zelf niet deelneemt.
,P>
Daarnaast wil minister Donner dat zogenaamde gebruikersgegevens (naam,
adres, woonplaats, nummer en soort diensten) mogen worden opgevraagd
voor verkennende onderzoeken. Dit zijn onderzoeken die zich niet direct
richten op de oplossing van een misdrijf, maar inzicht moeten geven in
mogelijke criminele ontwikkelingen of bedreigingen in maatschappelijke
sectoren.
Donner schrijft dat op dit moment jaarlijks ruim 300.000 verzoeken om
gebruikersgegevens de deur uitgaan. Hij verwacht dat dit aantal zal
stijgen tot 900.000 per jaar. Deze stijging ligt volgens de minister aan
ontwikkelingen in de telecommunicatiemarkt, waardoor meer diensten
worden aangeboden.
Minister Donner is het niet eens met kritiek van het College bescherming
persoonsgegevens, die in een advies over de wetswijziging waarschuwt
voor te grote inbreuken op de privacy door de opkomst van nieuwe
technologieën ook leiden tot een minder goede informatiepositie van
justitie en politie. `De wijzigingen strekken dus niet tot een betere
informatiepositie van de overheid, maar tot compensatie van een
verminderde informatiepositie,' aldus de minister.
De Nederlandse Orde van Advocaten (NovA) uit in haar advies kritiek op
het feit dat verkeersgegevens ook gevorderd kunnen worden van
geheimhouders, zoals advocaten, notarissen of medici. Volgens de NovA
wordt zo de vertrouwelijkheid van de communicatie met cliënten op het
spel gezet. Volgens minister Donner geven verkeersgegevens echter geen
inzicht in de inhoud van communicatie en zijn extra waarborgen dus niet
nodig.
Minister Donner schrijft verder dat het niet de bedoeling is dat de
locatiegegevens van mobiele telefoons gevorderd worden, als de telefoon
niet gebruikt wordt. Alleen als met de mobiele telefoon gebeld wordt,
mogen deze verkeersgegevens, waaronder de locatiegegevens, opgevraagd
worden. `Het is de wens om de bevoegdheid te beperken tot gegevens die
verband houden met het gebruik van telecommunicatie,' aldus minister
Donner. `Wanneer ook gegevens gevorderd kunnen worden indien geen
telecommunicatieverkeer plaatsvindt zou het mobiele telefoonapparaat het
karakter van een peilzender krijgen.'
De politie dringt in haar advies over het wetsvoorstel aan op een
verplichting voor internetdienstaanbieders om gegevens op te slaan en te
bewaren. Bovendien zouden aanbieders van gratis internet van hun
abonnees moeten eisen dat de caller-ID aanstaat.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.