De Europese Commissie presenteerde begin dit jaar een voorstel dat iedereen op internet het recht heeft om vergeten te worden, maar dat is niet zo eenvoudig als het lijkt. Daarvoor waarschuwt het Europees agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA). De wetgeving moet nog door het Europees Parlement worden aangenomen, maar ENISA wilde al naar de technische gevolgen en verwachtingen van dit soort wetgeving kijken.
Het voorstel moet ervoor zorgen dat gebruikers op bijvoorbeeld sociale netwerk- of mediasites hun profiel en account kunnen opheffen. Het handhaven van het recht om vergeten te worden heeft de nodige haken en ogen, aldus ENISA.
"Zodra persoonlijke informatie is gepubliceerd, is het uiteindelijk onmogelijk om door technische middelen te voorkomen, of zelfs te observeren, dat er ongeautoriseerde kopieën van deze informatie wordt gemaakt."
In een open systeem als het internet zou het recht om vergeten te worden dan ook niet door alleen technische middelen zijn te handhaven. "Handhaving rust op een combinatie van technische en internationale juridische bepalingen." Bij de huidige definitie moet dan ook goed rekening met de technische mogelijkheden en kosten worden gehouden, zo laat het agentschap weten.
Media
Naast de beleidsmakers heeft ENISA ook een boodschap voor consumenten als het gaat om het verwijderen van persoonlijke gegevens die op offline opslagapparaten zijn opgeslagen.
"Het lekken van persoonlijke gegevens op afgedankte opslagapparaten is in de praktijk een groot probleem, waar consumenten meer moeite voor moeten doen om het te voorkomen." ENISA adviseert consumenten om datadragers fysiek te vernietigen, door een professioneel bedrijf te laten vernietigen of wipe-software zoals DBAN te gebruiken.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.