Dagelijks verschijnen er duizenden nieuwe malware-exemplaren, wat het onmogelijk maakt om voor elk exemplaar een update uit te brengen. Daarom is het belangrijk dat updates niet alleen snel verschijnen, maar ook dat virusscanners proactief dit soort dreigingen kunnen detecteren.
Hiervoor beschikken veel virusscanners over heuristieke en generieke detectiemogelijkheden. Het Oostenrijkse AV-Comparatives testte deze proactieve beschermingsmaatregelen van dertien beveiligingspakketten. Naast de detectie werd ook naar het aantal false positives gekeken, de keren dat een virusscanner een schoon bestand als malware beschouwt.
De virusscanner van Bitdefender kwam als beste uit de test. Ondanks het ontbreken van updates wist de anti-virussoftware toch nog 98% van de malware te stoppen. Van de 1200 test-exemplaren werden er 1180 tegengehouden. Kaspersky Lab volgt met 97%. Microsoft Security Essentials stopte 900 exemplaren (75%), wat inhoudt dat 300 exemplaren het systeem wisten te infecteren.
Security Essentials doet het daarmee beter dan acht andere beveiligingspakketten in de test. Bij een aantal van deze pakketten was de infectie door de doorgelaten malware echter afhankelijk van de gebruiker, wat ook nog punten opleverde. Uiteindelijk zetten AhnLab (57%) en Fortinet (66%) de slechtste detectiescore neer. Als het gaat om false positives komen Microsoft samen met ESET als beste uit de bus.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.