De invoering en het gebruik van lokale elektronische patiëntendossiers (EPD) bij huisartsenpraktijken, verpleeghuizen, ziekenhuizen en zorgaanbieders verloopt niet altijd optimaal, aldus UT-promovenda Margreet Michel-Verkerke. Volgens Michel-Verkerke komt dit doordat de systemen het werk van de gebruikers, artsen en verpleegkundigen, niet goed ondersteunen.
De promovenda aan de Universiteit Twente (UT) onderzocht factoren voor een succesvolle invoering van lokale elektronisch patiëntendossiers. “In mijn proefschrift komt naar voren dat een elektronisch patiëntendossier succesvol is wanneer het systeem zorgverleners ondersteunt in hun werkzaamheden. Ik noem dit ook wel microrelevantie."
Open deur
Michel-Verkerke laat weten dat het van belang is dat zorgverleners altijd en overal bij de informatie kunnen én dat het systeem de informatie bevat die zorgverleners ook daadwerkelijk nodig hebben. "Dit klinkt als een open deur, maar dat is het niet. Vaak vergeten de ontwikkelaars om zich te verplaatsen in de artsen en verpleegkundigen en om zich te verdiepen in wat de gebruikers nodig hebben."
Doordat de ontwikkelde systemen niet goed op de werkzaamheden van gebruikers aansluiten, worden ze ook niet optimaal ingezet. Andere oorzaken waarom lokale elektronische patiëntendossiers niet optimaal gebruikt worden is als de gebruiker er zelf weinig belang bij heeft.
Moeite
"Hij gebruikt die informatie zelf niet of het is teveel moeite. Het is dan belangrijk na te denken over hoe je het systeem zo kunt inrichten dat er geen belemmeringen meer zijn om de gegevens goed in te voeren, bijvoorbeeld doordat je niet naar de computer toe hoeft. Of dat je het systeem zo inricht dat iedereen er wél profijt van heeft." Michel-Verkerke promoveert op 7 februari.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.