Nederlanders vinden dat ze veel privacy op de werkvloer hebben, zo blijkt uit een internationaal onderzoek dat onder meer dan 10.000 kantoormedewerkers werd uitgevoerd. Bij privacy op de werkvloer zijn twee vormen van privacy te onderscheiden: 'informational privacy' en 'stimulation privacy'.

Informational privacy gaat over de mogelijkheid om persoonlijke informatie voor anderen af te schermen, bij stimulation privacy betreft het mogelijkheden om storende omgevingsinvloeden te voorkomen of te beperken. Het gebrek aan informational privacy is volgens de onderzoekers vooral in Aziatische culturen een probleem, terwijl in de westerse wereld vooral de stimulation privacy onder druk staat.

Dit komt onder meer door de toegenomen mobiliteit, het gebruik van mobiele devices, de information-overload, het overlopen van werk en privé en de populariteit van de open kantooromgeving die voor steeds minder privacy op de werkvloer zorgt. In Nederland is het in vergelijking met de andere landen bijzonder goed gesteld met de privacy op de werkvloer. Van de deelnemers aan het onderzoek met een hoge mate van privacy heeft 86% een keuze als het gaat om de werkplek en is 94% tevreden over het geluidsniveau op de werkvloer.

Vaste werkplek

Hoewel de onderzoeksresultaten aantonen dat mensen met een eigen kantoorruimte duidelijk een hoger welzijn ervaren (een score van 7,1 op 10) dan mensen die geen eigen werkplek hebben (een score van 5,8 op 10), is het volgens Chris Congdon van Steelcase niet noodzakelijk om naar afgesloten kantoren terug te keren. "Het gaat veel meer om de keuze en zeggenschap die iemand heeft om zelf een werkplek te kiezen", zo merkt hij op.

De onderzoeksresultaten laten zien dat het met deze keuze en zeggenschap over het algemeen slecht gesteld is. Zo werkt 80 procent van de kenniswerkers wereldwijd nog altijd op een desktopcomputer, wat er in feite op neerkomt dat zij gebonden zijn aan één vaste werkplek en mogelijk niet eenvoudig naar een andere, meer rustige werkplek kunnen gaan."

Nederland is in vergelijking met de andere onderzochte landen wat dat betreft een positieve uitzondering. Hier werkt een groot deel van de kenniswerkers, al dan niet in combinatie met een desktop, met één of meerdere mobiele devices zoals een laptop, notebook, tablet of smartphone. En behalve dat Nederlanders zo bezien mobieler zijn, hebben ze ook meer keuze als het gaat om de werkplek in vergelijking met kantoorwerkers uit andere landen.