De samenwerking met de FBI bij de aanhouding van een Zweedse hacker was voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid één van de hoogtepunten op het gebied van cybercrimebestrijding van het afgelopen jaar, zo blijkt uit het Rijksjaarverslag van 2012. De Zweed Mikael Patrick Sallnert fungeerde als verwerker van creditcardbetalingen voor de bende, die zo'n 960.000 slachtoffers maakte.

Op de computers van de slachtoffers werd ransomware geplaatst die slachtoffers liet geloven dat hun computer besmet was. Voor het verwijderen van de zogenaamde malware moest het product vervolgens geactiveerd worden, wat vaak om een bedrag tussen de 50 en 100 euro ging. Bij de aanhouding van Sallnert was onder andere de Nederlandse High-Tech Crime Unit betrokken.

"Cybercrime is bij uitstek een vorm van criminaliteit waar het internationale en het lokale heel dicht bij elkaar liggen én waarbij een strikt nationale afbakening een belemmering voor de aanpak vormt", aldus Justitie. "Een internationale aanpak is noodzakelijk om te voorkomen dat cybercrime-netwerken hierdoor weg kunnen komen met hun criminele activiteiten."

Team High Tech Crime
In 2012 zijn er door het Team High Tech Crime (THTC) 9 grote internationale zaken opgepakt, waarbij er naar 10 werd gestreefd. Er zijn echter 6 volwaardige THTC-onderzoeken afgerond wat betekent dat de doelstelling van afgelopen jaar niet werd gehaald.

"Het doel voor 2012 is niet behaald omdat capaciteit is ingezet naar aanleiding van meerdere grote rechtshulpverzoeken, de extra capaciteit laat beschikbaar kwam en opleiden en inwerken van deze capaciteit tijd heeft gevraagd", aldus het verslag.

Wel is het aantal medewerkers van het THTC in 2012 met 33 werknemers verdubbeld. Door onder andere extra kennis en expertise aan te trekken moet het THTC volgend jaar 20 zaken oppakken.