De politie mag niet zomaar de smartphones van aangehouden verdachten doorzoeken en eventueel gevonden zaken gebruiken, aangezien dit in strijd is met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dat heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vorige week bepaald.
Het Hof stelt dat de technische ontwikkelingen anno 2015 met zich brengen dat er via een smartphone niet alleen toegang wordt verkregen tot verkeersgegevens, maar ook tot de inhoud van communicatie en privégegevens van de gebruiker van de smartphone. Het doorzoeken van een smartphone is dan ook zo'n ingrijpende bevoegdheid, dat de huidige bevoegdheid die de politie heeft om een telefoon te doorzoeken niet meer aan het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens voldoet.
Op dit moment kan de politie van een algemene bevoegdheid gebruik maken om voorwerpen in beslag te nemen. "Die bevoegdheid is heel breed en geldt voor dingen als de pen in je binnenzak tot je fiets. In veel gevallen is de inbreuk op de privacy van de persoon waarvan iets in beslag genomen wordt helemaal niet zo groot. Die inbreuk mag ook niet te groot zijn, anders zijn extra waarborgen nodig", legt Ton Siedsma van Bits of Freedom uit. In het geval van het doorzoeken van een smartphone is dit zo ingrijpend dat die waarborgen dus wel nodig zijn, aldus het Hof.
De zaak was aangespannen door een verdachte van geweldpleging. De politie had de iPhone van de man in beslag genomen en onderzocht. Informatie uit een WhatsApp-gesprek werd daarbij aan het strafdossier toegevoegd. De advocaat van de man stelde dat de politie op basis van de huidige Nederlandse wetgeving de telefoon in beslag mocht nemen, maar dat deze regelgeving niet meer op gaat voor de huidige situatie en waarbij een smartphone allerlei informatie over het privéleven van mensen bevat.
"De handelingen die de politie heeft verricht met betrekking tot de smartphone van de verdachte vormen aldus een inbreuk op de eerbiediging van het privéleven en de correspondentie van de verdachte", aldus het Hof. Daarmee schiet de Nederlandse regelgeving volgens het Hof tekort in het bieden van een redelijke begrenzing van de onderzoeksbevoegdheid van de politie, met name tot hetgeen noodzakelijk en proportioneel is. Daardoor is hier feitelijk sprake van een onbegrensde onderzoeksbevoegdheid van de politie, hetgeen in strijd is met artikel 8 van het EVRM, zo liet het Hof weten.
Volgens Siedsma is nu minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie aan zet. "Hij zal de waarborgen moeten verbeteren, omdat het doorzoeken van een mobiele telefoon in een aantal gevallen ongetwijfeld noodzakelijk is. Om te zorgen dat dat nog kan, zal de wet moeten worden aangepast - en wel zo snel mogelijk. De rechter zorgt er daarmee ook voor dat de minister niet langer een Kamermeerderheid kan negeren."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.