Sociale netwerken waar gebruikers versleuteld kunnen communiceren hinderen de FBI bij het opsporen van terroristen en voorkomen van terroristische aanslagen. De wetgeving moet dan ook worden aangepast zodat de Amerikaanse opsporingsdienst ook social media kan aftappen, zo liet FBI-topman Michael McCaul tegenover een comité van het Huis van Afgevaardigden weten.
Volgens McCaul is social media inmiddels een essentiële tool voor terreurgroepen als IS geworden om propaganda te verspreiden en nieuwe rekruten te werven. "IS blijft hun terroristische boodschap onder sociale mediagebruikers verspreiden, ongeacht leeftijd", merkte de assistent-directeur counterterrorisme op. Hij waarschuwde ook voor het gevaar dat groepen als IS social media gebruiken om potentiële rekruten te vinden.
"Met het wijdverbreide gebruik van social media kunnen terroristen kwetsbare individuen van alle leeftijden in de Verenigde Staten vinden, om ze vervolgens te radicaliseren en af te laten reizen of een aanval op Amerikaanse bodem uit te laten voeren. De buitenlandse terrorist heeft nu directe toegang tot de Verenigde Staten als nooit tevoren." Sommige van deze gesprekken vinden volgens McCaul op openbare sociale netwerken plaats, terwijl andere plaatsvinden via 'platformen voor privécommunicatie'.
"Daardoor is het belangrijk dat de FBI en opsporingsdiensten de nieuwste communicatietools begrijpen en zich in een positie bevinden om terreuraanvallen op Amerikaanse bodem te identificeren en te voorkomen", merkte McCaul op. Hij waarschuwde dat wetgeving die het aftappen van communicatie mogelijk maakt de snel veranderende vormen van internetcommunicatie niet kan bijhouden. Er is dan ook sprake van een echt en groeiend gat, ging de FBI-topman verder.
Hij wil dan ook dat het rechtmatig verzamelen van communicatie beschikbaar moet blijven. Op dit moment is het echter zo dat de Amerikaanse aftapwetgeving CALEA, die telecombedrijven verplicht dat communicatieverkeer aftapbaar is, niet geldt voor de meeste internetcommunicatiediensten. Dit soort internetdiensten worden dan ook ontwikkeld zonder dat opsporingsdiensten informatie kunnen verzamelen die essentieel voor onderzoeken naar criminelen en terroristen zouden zijn.
Steinbach vroeg het Huis van Afgevaardigden dan ook om "een eerlijk gesprek" over hoe ver internetbedrijven met hun encryptiesoftware mogen gaan, meldt ABC News. "Dit is geen gesprek over nationale veiligheid ten koste van privacy. We hebben het niet over grootschalige surveillancetechnieken." De FBI zou juist aan de rechter laten zien dat iemand een terrorist is, zodat er vervolgens toestemming kan worden gegeven om informatie te verzamelen. "We roepen het Congres op om ons oplossingen te laten vinden die dat mogelijk maken."
Het pleidooi van McCaul volgt op een open brief van congreslid Lieu en voorzitter Hurd aan de FBI waarin ze laten weten dat internetbedrijven niet gedwongen moeten worden om encryptie te verzwakken en een backdoor toe te voegen zodat opsporingsdiensten de encryptie kunnen omzeilen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.