Vanaf 1 januari volgend jaar krijgt het College bescherming persoonsgegevens (CBP) de bevoegdheid om in het geval van privacyovertredingen boetes op te leggen die kunnen oplopen tot 810.000 euro. Het CBP heeft nu uitgelegd hoe de hoogte van een dergelijke bestuurlijke boete zal worden bepaald.

Uitgangspunt bij het bepalen van de hoogte van een boete is dat deze in verhouding moet staan tot de begane overtreding. Zo wordt er naar de aard en omvang van de overtreding gekeken, alsmede de duur en impact van de overtreding. In de vandaag gepubliceerde conceptboetebeleidsregels (CBP) is gekozen voor een categorie-indeling en bandbreedte-systematiek. Zo zijn er drie categorieën opgesteld, waarbij boetes tot 20.250, 450.000 en 810.000 euro kunnen worden uitgedeeld.

Het CBP vindt vooral de preventieve werking van de boetebevoegdheid van belang. De verwachting is namelijk dat de boetebevoegdheid bedrijven en overheden zal stimuleren om in een eerder stadium aandacht te besteden aan de bescherming van persoonsgegevens. Hierdoor kunnen privacyovertredingen worden voorkomen. De komende vier weken kan er op de nu gepubliceerde conceptversie worden gereageerd. Het CBP zegt rekening te houden met deze reacties in de definitieve versie van de boetebeleidsregels.