De Chinese autoriteiten hebben een nieuwe anti-terreurwetgeving goedgekeurd die telecombedrijven en internetproviders verplicht om met het ontsleutelen van data te helpen, maar niet vereist dat encryptiesystemen eerst ter controle langs de Chinese overheid gaan voordat ze mogen worden gebruikt of dat er backdoors worden aangebracht. Ook is het niet langer verplicht om data van gebruikers lokaal in China op te slaan.
De Chinese overheidsfunctionaris Li Shouwei erkent dat sommige landen en bedrijven zich zorgen over bepaalde onderdelen van de anti-terreurwetgeving maakten. Het gaat dan om het geven van technische ondersteuning aan politie en veiligheidsdiensten, waaronder het ontsleutelen van data. Li laat tegenover het Chinese staatspersbureau Xinhua weten dat de Chinese anti-terreurwetgeving op de wetgeving van andere landen is gebaseerd. Daarnaast worden bedrijven niet verplicht om backdoors te installeren waarmee intellectueel eigendom, de vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van religie kan worden geschonden.
Critici zijn echter bang dat de wet veel te breed is en wel kan worden gebruikt om vreedzame burgers te monitoren of handelsgeheimen te stelen, aldus de New York Times. Li benadrukte dat de nieuwe wet alleen bedoeld is om terrorisme te bestrijden. "Niet alleen in China, maar in veel gebieden gebruiken terroristen steeds vaker het internet om terreur aan te moedigen en terroristische acties te plannen." Techbedrijven die zich niet aan de wet houden kunnen een boete krijgen en in ernstige gevallen kan de verantwoordelijke binnen het bedrijf voor een periode van 15 dagen worden vastgezet.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.