De FBI is erin geslaagd om toegang tot de vergrendelde iPhone van een drugsdealer te krijgen en heeft daarom opnieuw een rechtszaak tegen Apple laten vallen. Eerder slaagde de opsporingsdienst er ook al in om toegang tot de iPhone van één van de San Bernardino-schutters te krijgen.
In het geval van de drugszaak was de iPhone van een man die bekend had schuldig te zijn aan de handel in verdovende middelen. Via zijn iPhone wilde de FBI zijn handlangers opsporen. In beide gevallen had de FBI bij de rechter aangeklopt om Apple te dwingen om bij het ontgrendelen te helpen. Waarbij de rechter in de San Bernardino-zaak de Amerikaanse opsporingsdienst gelijk gaf, oordeelde de rechter in het geval van de drugszaak dat Apple niet hoefde mee te werken.
Volgens de rechter had de overheid een oude wet genomen om "ongeoorloofde absurde resultaten te produceren". Om Apple mee te laten werken baseerde de FBI zich op een wet uit 1789. Apple ging in beroep in de San Bernardino-zaak, terwijl de FBI in de drugszaak beroep aantekende. Eind maart liet de FBI echter weten dat het erin was geslaagd om met externe hulp de iPhone van de San Bernardino-schutter te ontgrendelen. Hiervoor was van een onbekend beveiligingslek gebruik gemaakt waarvoor meer dan 1,3 miljoen dollar werd betaald.
Nu laat de opsporingsdienst weten dat het ook de iPhone van de drugsdealer heeft ontgrendeld. In dit geval werd er echter geen exploit gebruikt, maar zou iemand de passcode van het toestel aan de onderzoekers hebben verstrekt. Dat heeft de FBI aan de rechter laten weten, zo meldt de Amerikaanse publieke radio. De identiteit van de persoon in kwestie is niet bekendgemaakt. Nu de medewerking van Apple niet langer is vereist heeft de opsporingsdienst besloten de rechtszaak tegen het technologiebedrijf te laten vallen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.