Wie een paspoort aanvraagt moet zijn vingerafdrukken afgeven, zo heeft de Raad van State vandaag geoordeeld. De burgemeesters van Amsterdam, Den Haag, Nuth en Maastricht hebben volgens de Raad terecht aanvragen voor een paspoort buiten behandeling gelaten, omdat de aanvragers weigerden de daarvoor verplichte vingerafdrukken af te geven.
Op grond van een Europese verordening mag een paspoort slechts worden afgegeven als van de aanvrager een gezichtsopname en twee vingerafdrukken worden opgenomen op de chip van een paspoort. Burgemeesters mogen niet van deze regel afwijken, zo laat de Raad van State weten. De verordening staat bovendien niet toe dat een uitzondering wordt gemaakt op deze verplichting voor mensen die gewetensbezwaren hebben tegen de afgifte van hun vingerafdrukken.
De burgemeesters van Utrecht, Amsterdam en De Fryske Marren hebben echter ten onrechte verschillende aanvragen voor Nederlandse identiteitskaarten buiten behandeling gelaten. Toen de aanvragen in deze zaken werden ingediend stond in de wet dat op een Nederlandse identiteitskaart ook een gezichtsopname en vier vingerafdrukken moesten worden opgenomen, omdat toen werd gedacht dat de Europese verordening ook op identiteitskaarten van toepassing was. Dat blijkt echter niet zo te zijn. "Zo bezien was er dus geen reden deze verplichting in de wet op te nemen", aldus de Raad van State.
Andere lidstaten eisen ook geen vingerafdrukken bij de afgifte van nationale identiteitskaarten. De minister van Binnenlandse Zaken heeft deze verplichting vervolgens uit de Paspoortwet geschrapt, omdat er ook verder geen goede reden voor was. De Raad van State gaat ervan uit dat dit ook al zo was toen de identiteitskaarten in deze zaken in 2010 en 2011 werden aangevraagd. "De inbreuk op het privéleven die werd gemaakt door de vingerafdrukken te eisen was ook toen dus niet nodig en daarom onrechtmatig."
Dit houdt in dat voor een identiteitskaart geen vingerafdrukken meer worden afgenomen en alleen de gezichtsopname decentraal mag worden opgeslagen. Dit is sinds januari 2014 ook zo in de Paspoortwet vastgelegd. Tegen de uitspraken van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.
Privacyorganisatie Privacy First betreurt het dat de Raad van State de opslag niet onrechtmatig heeft willen verklaren op principiële gronden, maar slechts op basis van technische ondeugdelijkheid. Privacy First zal de betreffende burgers dan ook adviseren om door te procederen richting het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg.
Bovendien betreurt Privacy First het dat de Raad van State niet kritisch heeft willen oordelen over de risico's van de op-afstand-uitleesbare RFID-chip in paspoorten en identiteitskaarten. Ook dit aspect zal volgens de organisatie in Straatsburg alsnog succesvol kunnen worden aangekaart.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.