De Amerikaanse senator Mark Warner wil van de toezichthouder FCC weten of internetproviders onveilige Internet of Things-apparaten op hun netwerk mogen weren, dit naar aanleiding van de grote ddos-aanval op dns-provider Dyn waarbij gehackte IoT-apparaten waren betrokken.
Volgens Warner wordt de markt overspoeld met goedkope, onveilige apparaten, waarbij fabrikanten en aanbieders weinig financiële redenen hebben om veilige producten te ontwerpen of gedurende langere tijd ondersteuning te bieden. Doordat fabrikanten van deze onveilige Internet of Things-apparaten zich niet aan standaarden houden of op feedback vanuit de markt reageren, maakt Warner zich zorgen dat dit een dreiging voor het functioneren van het internet vormt.
De regels van de Federal Communications Commission (FCC) zorgen ervoor dat internetproviders het aansluiten van onveilige apparaten op hun netwerk niet kunnen voorkomen. Volgens Warner is het echter redelijk om apparaten met bepaalde eigenschappen als schadelijk voor het netwerk te bestempelen. De senator wil dan ook meer duidelijkheid hoe internetproviders hiermee om moeten gaan. Warner heeft de FCC in totaal negen vragen over onveilige IoT-apparaten gesteld.
Zo wil hij weten of onveilige IoT-apparaten als onveilig kunnen worden bestempeld en internetproviders ze vervolgens op hun netwerk mogen weigeren, bijvoorbeeld door te voorkomen dat ze een ip-adres krijgen. Ook vraagt de senator wat er kan worden gedaan om ervoor te zorgen dat beschikbare beveiligingsupdates worden geïnstalleerd en hoe de FCC onveilige IoT-apparaten uit de handel zou nemen. Verder wil Warner weten of er voor consumenten manieren zijn om apparaten op basis van hun veiligheid te onderscheiden, of de FCC zowel fabrikanten als consumenten voor onveilige IoT-apparaten heeft gewaarschuwd en of fabrikanten aan minimale veiligheidseisen moeten voldoen. Wanneer de FCC de vragen zal beantwoorden is onbekend.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.