Demissionair minister Blok van Veiligheid en Justitie wil niet zeggen welk percentage van de bevolking in het geval van een noodsituatie door NL-Alert moet worden kunnen bereikt voordat het project wordt afgerond. Dat blijkt uit vragen van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie.

De commissie had de minister naar het bereik van NL-Alert gevraagd bij de bevolking van 12 jaar en ouder in 2015 ten opzichte van 2016. Ook moest Blok laten weten wanneer hij verwacht dat het Project NL-Alert is afgerond en welk percentage van de bevolking van 12 jaar en ouder hiervoor bereikt zal moeten zijn. Volgens de minister ontvingen in juni 2015 vijf miljoen Nederlanders het NL-Alert controlebericht direct op hun eigen telefoon (35 procent).

In december 2015 was dit gestegen naar 7,1 miljoen (49 procent), doordat NL-Alert vanaf dat moment ook over 4G werd uitgezonden. In 2016 was het directe bereik in juni 8,3 miljoen (55 procent) en december 2016 8,8 miljoen (58 procent). Het indirecte bereik van NL-Alert is hoog, zo laat de minister weten. De bereidheid om het bericht door te geven in een echte crisissituatie is gemiddeld 85 procent (pdf).

Welk percentage NL-Alert moet bereiken voordat het project wordt afgerond laat de minister niet weten. Blok merkt op dat NL-Alert een middel is dat in samenhang met andere crisiscommunicatiemiddelen kan worden ingezet. "De exacte mix van middelen is ter afweging aan het decentrale gezag, op basis van de specifieke aard van een incident. NL-Alert wordt tot 2020 verder ontwikkeld, zodat het bericht via meerdere kanalen direct tot burgers kan komen." Op 3 juli zendt de overheid opnieuw een landelijk controlebericht uit zodat mensen kunnen kijken of hun toestel gaat staat ingesteld voor het ontvangen van NL-Alert.