Gemeenten hebben in de eerste helft van dit jaar 940 datalekken bij de Autoriteit Persoonsgegevens gemeld. Meer dan in heel 2016 bij elkaar, toen de toezichthouder 825 meldingen ontving. Dat meldt Binnenlands Bestuur. Het versturen van persoonsgegevens aan een verkeerde ontvanger is het meest gerapporteerde datalek. Ook het onbedoeld publiceren van persoonsgegevens (13 procent) en kwijtgeraakte of gestolen apparaten of papier (10 procent) komen veel voor.
Vijf procent van de datalekken wordt toegeschreven aan succesvolle hackpogingen, ransomware en phishing. Gemeenten zijn gemiddeld 32,1 uur bezig met het melden en verwerken van een datalek. Er zijn echter grote verschillen tussen de gemeenten. Sommige datalekken werden in vier uur afgehandeld, terwijl een mail met één verkeerde bijlage de gemeente Enschede tweehonderd uur werk kostte. Volgens Binnenlands Bestuur hebben de tot nu toe gemelde datalekken bij gemeenten de overheid 4,6 miljoen euro gekost.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.