Nederland doet het vaak bovengemiddeld goed als het gaat om de bescherming van persoonsgegevens, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden dat in opdracht van het WODC voor het ministerie van Veiligheid en Justitie werd uitgevoerd. Duitsland is volgens de onderzoekers koploper, landen als Italië en Roemenië blijven achter. Onderzoekers van het onderzoeksinstituut eLaw van de Universiteit Leiden vergeleken acht Europese landen op verschillende privacy-aspecten, zoals overheidsbeleid, wetgeving, en toezicht en handhaving.
Het is in Nederland goed gesteld met het bewustzijn en de zelfredzaamheid van de burgers ten aanzien van hun privacy. Zo zegt 71 procent van de onderzochte Nederlanders dat ze de privacyinstellingen van hun profiel op social media weleens hebben geprobeerd aan te passen en schakelt een zelfde percentage cookies uit. Ook weet een grote meerderheid (83 procent) dat persoonsgegevens die op een website worden achtergelaten voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt.
Bovendien is er ruime aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens in het politieke debat en de media. Verder loopt Nederland voorop met de meldplicht datalekken, Privacy Impact Assessments, maatschappelijk debat en informatiecampagnes. De budgetten, aantallen medewerkers en boetebevoegdheden van de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, lopen Europees gezien goed in de pas. De Nederlandse toezichthouder is onder burgers een bekende instelling.
De onderzoekers zien ook ruimte voor verbetering. Zo laat in alle landen de transparantie met betrekking tot het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens nogal te wensen over. In Nederland zou bovendien meer werk gemaakt kunnen worden van de positie van burgerrechtenorganisaties, aantallen privacyfunctionarissen, certificering van de beveiliging van persoonsgegevens en dialoog vanuit de Autoriteit Persoonsgegevens.
De Nederlandse overheid heeft voor allerlei aspecten van de privacybescherming al verbeteringen in gang gezet. "Hierdoor is Nederland goed voorbereid op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van de Europese Unie, die in mei 2018 van kracht wordt", aldus de onderzoekers. Die stellen dat het in de lijn der verwachting ligt dat Nederland in de toekomst goed weet om te gaan met - met name technologische - ontwikkelingen die raken aan de bescherming van persoonsgegevens.
"Wanneer deze conclusies bij elkaar worden opgeteld kan gesteld worden dat Nederland het goed doet als het gaat om de bescherming van persoonsgegevens. Binnen de groep met landen die in dit onderzoek zijn vergeleken, kan gesteld worden dat Duitsland in de meeste opzichten koploper is en dat met name Italië en Roemenië zich aan het andere uiteinde van het spectrum bevinden", zo concluderen de onderzoekers.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.