Alle lidstaten van de Europese Unie, alsmede Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland, hebben vandaag tijdens een ministeriële conferentie in Tallinn een gezamenlijke verklaring uitgesproken om een extra impuls te geven aan de ontwikkeling en totstandkoming van de digitale overheid in Europa.
In de verklaring staat ondermeer dat burgers en bedrijven digitaal kunnen communiceren met de overheid en bij de ontwikkeling van digitale diensten de gebruiker centraal moet worden gesteld en er rekening moet worden gehouden met security en privacy. Verder willen de landen nationale digitale identificatiemiddelen, zoals in Nederland DigiD, gebruikersvriendelijker en geschikter voor mobiele platformen maken, waarbij de veiligheid gegarandeerd moet worden. Ook willen de lidstaten eenmalige gegevensverstrekking toepassen voor de belangrijkste diensten en basisregistraties.
"Als ik mijn auto al in Estland heb geregistreerd, zou het handig zijn als ik het niet nog een keer hoef te doen als ik bijvoorbeeld naar België verhuis. Overheden kunnen deze gegevens automatisch uitwisselen", zegt Urve Palo, de Estse minister van Ondernemerschap en Informatietechnologie. Hij merkt echter op dat persoonlijke gegevens het exclusieve eigendom van burgers zijn en dat landen dit alleen mogen delen met de explicite toestemming van de persoon in kwestie.
Ook de verklaring stelt dat de digitale overheid de fundamentele vrijheden van mensen, zoals de vrijheid van meningsuiting, privacy en het recht op de bescherming van persoonlijke gegevens, moet respecteren, ondersteunen en versterken. Daarnaast moeten digitale overheidsdiensten zich aan de Europese wet- en regelgeving houden, en dan met name de Europese privacywetgeving die volgend jaar van kracht wordt. De verdere ontwikkeling van "eGovernment " moet de komende jaren plaatsvinden, waarbij er specifieke doelen voor 2018, 2019 en 2020 zijn geformuleerd.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.