Een team van beveiligingsonderzoekers onder leiding van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid (DHS) is er vorig jaar in geslaagd om een Boeing 757 op afstand te hacken. Dat heeft Robert Hickey van de cybersecuritydivisie van het DHS deze week tijdens een veiligheidsconferentie in Virginia laten weten, zo meldt luchtvaartwebsite Avionics.
De hack gebeurde buiten een zogeheten laboratoriumsetting. "We kregen het vliegtuig op 19 september 2016. Twee dagen later wist ik op afstand, zonder medewerking, binnen te dringen", aldus Hickey. Hij merkte op dat geen van de teamleden fysiek contact had met het toestel of dat er een insider bij de hack was betrokken. Hickey wil geen details over de hack vrijgeven, maar laat weten dat zijn team via radiofrequentie toegang wist te krijgen. "Gebaseerd op de radiofrequentieconfiguratie van de meeste vliegtuigen kun je vrij snel achterhalen waar we in het vliegtuig naar toe gingen", aldus de functionaris.
Volgens Hickey is het belangrijk om luchtvaartsystemen en vliegtuigen ook als onderdeel van de vitale infrastructuur te beschouwen. Het verhelpen van kwetsbaarheden in luchtvaartsystemen is echter een kostbare aangelegenheid die veel tijd in beslag kan nemen. Het aanpassen van een regel code in luchtvaartapparatuur zou 1 miljoen dollar kosten en jaren duren voordat het is geïmplementeerd. Informatie over de hack werd eerder dit jaar met piloten van American Airlines en Delta Air Lines gedeeld. Het vliegtuig was door het ministerie voor onderzoek aangeschaft. Het persoonlijke vliegtuig van de Amerikaanse president Donald Trump is een Boeing 757.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.