Verschillende Europese privacytoezichthouders zijn onderzoeken naar het datalek bij Uber gestart, die door de Autoriteit Persoonsgegevens worden gecoördineerd. Vorige week werd bekend dat in oktober 2016 de gegevens van 50 miljoen Uber-gebruikers en 7 miljoen chauffeurs in handen van twee onbevoegde personen waren gekomen. Uber betaalde deze personen naar verluidt 100.000 dollar om de verkregen gegevens te verwijderen en besloot het datalek niet bekend te maken, tot vorige week.

Een taskforce, momenteel bestaande uit de privacytoezichthouders uit België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, gaat onder leiding van de Autoriteit Persoonsgegevens de onderzoeken van de verschillende toezichthouders naar het datalek van Uber coördineren, zo laat de Nederlandse privacytoezichthouder weten. Op 22 november heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een datalekmelding van Uber ontvangen. Deze melding wordt op dit moment door de toezichthouder onderzocht.

De Britse privacytoezichthouder ICO maakte gisteren bekend dat bij het datalek vorig jaar de gegevens van 2,7 miljoen Britse accounts zijn buitgemaakt. Het gaat om namen, mobiele telefoonnummers en e-mailadressen. "Op zichzelf vormt deze informatie niet direct een dreiging voor burgers. Het gebruik ervan kan andere scams echter geloofwaardiger maken", aldus James Dipple-Johnstone van de ICO. De toezichthouder verwacht dat Uber alle getroffen Britten zo snel als mogelijk gaat informeren over het datalek.