De opslag van vingerafdrukken in het paspoort kan bijdragen aan het beter beveiligen van het paspoort tegen fraude, zo laat staatssecretaris Knops op Kamervragen van de Partij voor de Dieren weten. PvdD-Kamerlid Arissen had minister Ollongren van Binnenlandse Zaken vragen gesteld naar aanleiding van het nieuws dat vingerafdrukken in het paspoort niet door de overheid worden gecontroleerd.
Knops bevestigt dat vingerafdrukken in Nederlandse paspoorten op dit moment niet op (inter)nationale luchthavens worden gecontroleerd. Nederland en andere lidstaten zijn wel bezig om dit mogelijk te maken, aldus de staatssecretaris. Omdat elke lidstaat de vingerafdrukken in het paspoort beveiligd opslaat, en er van elk land een certificaat nodig is om de vingerafdrukken uit te lezen, neemt het proces om dit te realiseren veel tijd in beslag.
Arissen legde ook de mening voor dat het opnemen van vingerafdrukken in Nederlandse paspoorten niet heeft bijgedragen aan het doel, namelijk het tegengaan van identiteitsfraude. Daarop antwoordt Knops dat verificatie van vingerafdrukken een middel is om meer zekerheid te krijgen of de identiteit van de houder overeenstemt met de gegevens in het paspoort. Als landen straks wel de vingerafdrukken gaan controleren draagt dit bij aan de bestrijding van de identiteitsfraude, aldus de staatssecretaris.
Knops werd ook gevraagd of hij vindt dat de Europese verplichting om vingerafdrukken op te nemen in het paspoort, het recht op privacy van Nederlandse burgers schendt en dat noodzaak en proportionaliteit ontbreken. De staatssecretaris wijst naar een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de opname van vingerafdrukken de privacy van burgers raakt, maar wordt gerechtvaardigd door het doel om fraude met paspoorten te voorkomen.
Een andere mening die Knops werd voorgelegd ging over het beperken van de bewegingsvrijheid van burgers die hun vingerafdrukken niet willen afstaan en daardoor hun paspoort niet kunnen verlengen. Daarover laat de staatssecretaris weten dat de Europese regels twee uitzonderingen kennen op de verplichting om vingerafdrukken af te geven. Namelijk voor minderjarigen jonger dan 12 jaren en voor personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is. "De regels laten geen ruimte aan lidstaten om andere uitzonderingen daaraan toe te voegen", aldus Knops.
Op de vraag of hij zelf voor- of tegenstander van de opslag van vingerafdrukken in het paspoort is antwoordt Knops dat het gebruik van vingerafdrukken kan bijdragen aan het beter beveiligen van het paspoort tegen fraude. "In het bijzonder kan het bijdragen aan de vaststelling dat een paspoort wordt gebruikt door een onbevoegd persoon, die uiterlijk veel gelijkenissen toont met de werkelijke houder van het paspoort (de zogenaamde look-alike fraude). Met het oog daarop wil de Koninklijke Marechaussee de vingerafdrukvergelijking dan ook aan de grens toepassen." Onlangs werd bekend dat er weinig look-alike-fraude met Nederlandse paspoorten plaatsvindt.
Arissen wilde verder weten hoeveel de invoering van de vingerafdruk in het Nederlandse paspoort de samenleving heeft gekost. De kosten die uitsluitend betrekking hebben op de invoering van vingerafdrukken betreffen de aanschaf van vingerafdrukscanners en de benodigde software. Dit heeft in 2009 ongeveer 2 miljoen euro gekost, aldus Knops. Deze scanners zijn in 2014 éénmaal vervangen voor ongeveer 1 miljoen euro. Verder leidde de invoering van de vingerafdruk er toe dat de afhandeling van de aanvraag van een paspoort iets langer duurt.
"In de media is het beeld ontstaan dat de invoering van de vingerafdrukken 32 miljoen euro heeft gekost. Dat is niet juist. Dit bedrag is in 2006 eenmalig gereserveerd voor de invoering van de chip op het paspoort, waarop ook andere gegevens staan, zoals de digitale pasfoto", schrijft Knops (pdf). De invoering van deze chip leidde in 2006 tot een verhoging van het maximumtarief voor het paspoort met 8,05 euro.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.