5,7 procent van de Nederlandse bevolking is in de afgelopen twee jaar het slachtoffer van identiteitsfraude geworden, een stijging ten opzichte van 2015 toen het om 3,4 procent ging, zo stelt onderzoeksbureau Panteia in een onderzoek dat voor het ministerie van Binnenlandse Zaken werd uitgevoerd (pdf).
Een kwart van de slachtoffers zegt financiële schade te hebben geleden, variërend van enkele euro's tot enkele duizenden euro's. De meeste mensen (59 procent) zijn voor die schade gecompenseerd. Verder geeft een zelfde percentage slachtoffers aan dat ze door de fraude een emotionele belasting ervoeren. "Een nadere beschouwing van deze gevallen leert dat identiteitsfraude onheilspellende vormen kan aannemen, mensen voelen zich in hun integriteit aangetast (soms publiekelijk) en hebben regelmatig te maken met een ongrijpbare dader met onduidelijke motieven", aldus de onderzoekers.
In de meeste gevallen wordt de gestolen identiteit gebruikt voor het doen van online aankopen. Een kwart van de slachtoffers had hiermee te maken. Ook het zwart maken van slachtoffers op bijvoorbeeld social media (19 procent) en het verkrijgen van toegang tot accounts (15 procent) komt naar verhouding veel voor. 84 procent van de slachtoffers van identiteitsfraude geeft aan dat het probleem inmiddels is opgelost. Het duurde voor hen gemiddeld 22 dagen. De gemiddelde termijn waarop zaken worden opgelost is daarmee ten opzichte van 2015 met enkele dagen afgenomen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.