Internetgigant Akamai heeft naar eigen zeggen de grootste ddos-aanval tot nu toe waargenomen met een omvang van 1,3 Tbps. Niet eerder zag Akamai een aanval waarbij zoveel dataverkeer werd verstuurd. De aanval, die twee keer groter was dan de recordaanval van het Mirai-botnet in september 2016 met 620 Gbps, was gericht tegen een softwareontwikkelingsbedrijf en maakte gebruik van memcached-servers.
Memcached is bedoeld om tijdelijk kleine hoeveelheden data op te slaan uit bijvoorbeeld databases om zo websites en webapplicaties sneller te maken. Wereldwijd zijn zo'n 100.000 publiek beschikbare memcached-systemen te vinden die middels ip-spoofing voor ddos-aanvallen zijn te gebruiken. Hierbij verstuurt een aanvaller gespoofte verzoeken met het ip-adres van de aan te vallen website naar de memcached-server. Doordat de antwoorden van de memcached-server veel groter zijn dan de verzoeken, kan een aanvaller met relatief weinig bandbreedte een grotere aanval op het doelwit uitvoeren. Dit word ook wel een amplificiatie-aanval genoemd.
In het geval van memcached is er sprake van een amplificatiefactor van meer dan 50.000. Een verzoek van 203 byte resulteert in een antwoord van 100 megabyte dat naar de aangevallen website wordt verstuurd. Vanwege de mogelijkheid om zulke grote aanvallen uit te voeren verwacht Akamai dat deze techniek bij veel meer aanvallen zal worden ingezet en er nog grotere aanvallen zullen plaatsvinden. Er is echter ook goed nieuws, zo stelt de internetgigant. Providers kunnen het verkeer op source-poort 11211 "rate limiten" en voorkomen dat verkeer hun netwerk betreedt of verlaat. Dit zal echter de nodige tijd in beslag nemen. Akamai werkt met andere industriepartners samen aan best practices om het memcached-probleem op te lossen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.