Er worden jaarlijks weinig Nederlandse jongeren voor cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit veroordeeld, zo blijkt uit de Monitor Jeugdcriminaliteit 2017 (pdf) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Volgens de onderzoekers gaat het jaarlijks om "slechts enkele tientallen jeugdigen". Het aandeel jongeren dat veroordeeld is wegens een cyber- of gedigitaliseerd delict is minder dan 1 procent van alle jeugdige strafrechtelijke daders. "Dit is een forse onderschatting van het aantal jeugdigen dat betrokken is bij cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit, omdat deze typen delicten nog niet goed in beeld zijn in de politie en justitie registraties op landelijk niveau", aldus de onderzoekers.

Het lage aandeel staat in schril contrast met het aantal jongeren van 12 tot 23 jaar dat zelf zegt een cyber- of gedigitaliseerd misdrijf te hebben gepleegd (respectievelijk 17-22 procent en 14-22 procent). De onderzoekers stellen dat de resultaten laten zien dat er behoefte is om ook andere bronnen te onderzoeken, zoals (semi-)ongestructureerde politiedossiers, om schattingen te kunnen geven van ontwikkelingen op het gebied van cybercrime onder jongeren.

Minister Dekker voor Rechtsbescherming laat bij de presentatie van de Monitor weten dat de komende jaren het beeld over de jeugdcriminaliteit verder zal worden aangevuld door gebruik te maken van nieuwe onderzoekstechnieken. "Daardoor kunnen met name nieuwe fenomenen als cyber- of gedigitaliseerde jeugdcriminaliteit beter in beeld worden gebracht. Zo wordt er voortdurend gewerkt aan het verbeteren van het inzicht in de ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit", aldus de minister (pdf).