Een 35-jarige man is vandaag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het hacken van verschillende online accounts van meerdere bekende Nederlanders. Ook moet hij zich verplicht laten behandelen voor een persoonlijkheidsstoornis.

De man hackte in de tweede helft van 2017 de Facebook-, Gmail- en Evernote-accounts van meerdere bekende Nederlanders. Van één account veranderde hij vervolgens de inloggegevens, waarna hij zich voordeed als eigenaar van het account tegenover contacten van de gehackte personen. Volgens de rechtbank heeft de man niet alleen inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van anderen, de rechtbank rekent hem ook aan dat hij zich vooral richtte op bekende (vrouwelijke) personen. "Zij zijn door hun status als bekende Nederlander kwetsbaarder voor schendingen van hun privacy", aldus de rechter.

Op het moment dat de man de accounts hackte zat hij nog in de proeftijd van een straf die hem eerder was opgelegd wegens internetfraude. Hij moet daarom nu ook het voorwaardelijke deel van die straf (8 maanden) alsnog uitzitten. Een psycholoog die de verdachte onderzocht stelde vast dat er bij de man sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische, ontwijkende en antisociale trekken. Hij moet zich hiervoor verplicht laten behandelen. Ook moet de man iedere dag op vooraf vastgestelde tijdstippen thuis zijn.

Onderzoek computer

De advocaten van de verdachte stelden nog dat de informatie die verkregen was van de computer van de man niet mocht worden gebruikt. De rechter-commissaris had geen toestemming gegeven voor het doorzoeken van de personal computer van de verdachte. Vorig jaar oordeelde de Hoge Raad dat de politie bij het onderzoek van een smartphone, waardoor er een volledig beeld van een verdacht wordt verkregen, toestemming van de rechter moet hebben.

De advocaten stelden dat door het ontbreken van de toestemming van de rechter de privacy van de verdachte was geschonden. "Uit het dossier blijkt dat de rechter-commissaris alleen een machtiging heeft afgegeven voor doorzoeking van de telefoon van verdachte en niet voor doorzoeking van zijn personal computer. Dit betreft een vormverzuim in het opsporingsonderzoek", aldus de rechtbank. Die stelde dat met de doorzoeking van de computer van de verdachte er sprake is van een beperkte schending van zijn privacy.

"Met de doorzoeking van de telefoon van verdachte, waarvoor wel toestemming was verleend door de rechter-commissaris, was al een grotendeels volledig beeld verkregen van het digitale leven van verdachte. Niet is aannemelijk geworden dat met de doorzoeking van de computer van verdachte nieuwe gegevens bekend zijn geworden waaruit iets over zijn privéleven kan worden afgeleid. Verdachte heeft daardoor naar mag worden aangenomen beperkt nadeel ondervonden aan het onrechtmatig doorzoeken van zijn computer", aldus de rechtbank, die verder geen gevolgen aan het vormverzuim verbond.