De Conficker-worm die eind 2008 voor het eerst verscheen en op het hoogtepunt 11 miljoen computers had geïnfecteerd is nog altijd op zo'n 1 miljoen computers actief. Dat zegt Paul Vixie, onderdeel van de Conficker Working Group die werd opgericht om de computerworm te bestrijden.
Conficker verspreidt zich op verschillende manieren, waaronder een kwetsbaarheid in de Windows Server-service, gedeelde netwerkmappen en de Autorun-functie van Windows. Het beveiligingslek in de Windows Server-service werd op 23 oktober 2008 door Microsoft gepatcht. Een maand later op 21 november verscheen de eerste versie van Conficker. In januari 2009 begon Conficker zich ook via de Autorun-functie van Windows te verspreiden, iets waarvoor Microsoft in februari 2011 een update uitbracht.
Na een infectie probeert Conficker dagelijks met allerlei domeinen verbinding te maken om te kijken of er nieuwe instructies van de makers zijn. ICANN, de organisatie die onder andere verantwoordelijk is voor de verdeling van ip-nummers en domeinen, nam maatregelen zodat deze domeinen niet kunnen worden geregistreerd. Zodoende kunnen de besmette computers niet worden gebruikt voor criminele doeleinden.
"We hebben het van 11 miljoen naar 1 miljoen weten terug te brengen", aldus Vixie tegenover de BBC. "Dit lijkt vooruitgang, maar 1 miljoen is nog steeds een groot aantal." Met name in India is de worm nog erg actief. "De populatie is langzaam aan het afnemen omdat computers stukgaan of ze worden geüpgraded of vervangen", gaat Vixie verder.
De beveiligingsexpert merkt op dat de met Conficker besmette computers nooit voor criminele doeleinden zijn ingezet. Volgens Vixie is de malware waarschijnlijk te vroeg uitgebroken en was die te succesvol voor de makers om er iets meer mee te doen. Conficker is geen uitzondering. Zo wordt ook de uit 2004 stammende MyDoom-worm nog geregeld gesignaleerd. "Het is vaak de meest gedetecteerde malware die we in onze honeypots zien", zegt Martin Lee van Cisco.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.