De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) wil duidelijkheid over wat het kabinet precies bedoelt met "zo gericht mogelijk" in het concept-wetsvoorstel van de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv 2017), ook bekend als de sleepwet.
Naar aanleiding van de uitslag van het raadgevend referendum over de sleepwet in maart kondigde het kabinet verschillende aanpassingen aan die de zorgen van tegenstanders zouden moeten wegnemen. Het gaat onder andere om het zo gericht mogelijk inzetten van bijzondere bevoegdheden en de versnelde weging van samenwerking met buitenlandse diensten. De aanpassingen zijn in een concept-wetsvoorstel opgenomen dat naar de CTIVD voor commentaar werd gestuurd. Ook het publiek mocht zich via een internetconsultatie over het voorstel uitlaten.
De CTIVD heeft verschillende opmerkingen over het wetsvoorstel. Het gaat dan om de invulling en reikwijdte van het vereiste van "zo gericht mogelijk", het stelselmatig verzamelen van gegevens van personen uit open bronnen, een eenduidige regeling voor de meldplicht aan de CTIVD met betrekking tot het verstrekken van ongeëvalueerde gegevens aan buitenlandse diensten en uitsluiting van de werking van de Wet open overheid (Woo).
In het concept-wetsvoorstel worden voorwaarden gesteld waaraan een verzoek om toestemming voor de inzet van bijzondere bevoegdheden moet voldoen, zoals de vereiste van "zo gericht mogelijk". Deze vereiste wordt echter nergens verder omschreven. Er is alleen een vermelding van het begrip opgenomen. Eind april verscheen er een beleidsregel waarin staat dat de toepassing van bijzondere bevoegdheden door de diensten zo gericht mogelijk moet plaatsvinden.
"Verder staat hierin dat bij het verzoek om toestemming als bedoeld in artikel 29 Wiv 2017 nadrukkelijk dient te worden aangegeven op welke wijze aan de eis van gerichte inzet van de desbetreffende bijzondere bevoegdheid invulling wordt gegeven. Hiermee blijft echter nog steeds onduidelijk hoe de diensten invulling dienen te geven aan dit vereiste. Ook de toelichting op deze beleidsregel bevat geen verduidelijking op dit punt. Een introductie in de wet van een dergelijke belangrijke waarborg vereist duidelijkheid omtrent de interpretatie ervan", aldus de CTIVD.
De toezichthouder stelt verder dat naast een betekenis bij de inzet van bevoegdheden het vereiste van "zo gericht mogelijk" ook een betekenis heeft bij de gegevensverwerking in het algemeen en de inrichting van de verwervings- en analysesystemen van de geheime diensten. Zo moet er onder meer worden gezorgd voor een stelsel van verantwoorde databeperking. "De kern hiervan is immers niet alleen dat gegevens zo gericht mogelijk dienen te worden verworven, maar ook dat verworven gegevens zo spoedig mogelijk moeten worden gereduceerd tot die gegevens die die diensten daadwerkelijk nodig hebben om hun taken goed uit te voeren", laat de CTIVD in de reactie op het wetsvoorstel weten (pdf).
Het kabinet wordt dan ook opgeroepen om de betekenis van "zo gericht mogelijk" duidelijk te maken. Ten tweede merkt de CTIVD op dat het wetsvoorstel de aangenomen motie over de zo gericht mogelijke inzet van de bevoegdheden van de diensten niet volledig uitvoert. "De CTIVD vindt het van belang dat de eis van "zo gericht mogelijk", overeenkomstig de aangenomen motie, voor alle bevoegdheden zijn gelding heeft, dus ook voor de informantenbevoegdheid", aldus de toezichthouder. Ook in dit geval wordt het kabinet geadviseerd om aanpassingen door te voeren.
Het kabinet wil het concept-wetsvoorstel voor 1 januari 2019 van kracht laten worden. Wanneer deze datum niet wordt gehaald kan worden besloten om bepaalde delen van het wetsvoorstel met terugwerkende kracht te laten gelden.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.