De meeste scholen in het basis- en voorgezet onderwijs hebben een pseudoniem voor hun leerlingen aangevraagd om zo de privacy van kinderen bij het uitwisselen van data te beschermen. Dat heeft minister Slob voor Onderwijs aan de Tweede Kamer weten.
De Tweede Kamer ging in 2017 akkoord met het wetsvoorstel om leerlinggegevens te pseudonimiseren. De wet moet een veiliger, betrouwbaarder en meer efficiënte digitale uitwisseling van gegevens door onderwijsinstellingen mogelijk maken, waarbij zo min mogelijk persoonsgegevens van leerlingen worden gebruikt. Het gaat dan om zaken als leer- en toetsresultaten die worden gedeeld tussen de school en de leverancier van digitale leermiddelen.
Dankzij de wet kunnen scholen voor elke leerling een uniek pseudoniem krijgen. Het pseudoniem wordt gegenereerd op basis van het persoonsgebonden nummer. Dit pseudoniem vormt weer de basis voor een ander pseudoniem (ketenID) dat gebruikt kan worden bij de digitale uitwisseling van gegevens tussen een onderwijsinstelling en een andere partij.
In het primair onderwijs is voor 70 procent van de leerlingen inmiddels een pseudoniem aangevraagd, aldus Slob. In het voorgezet onderwijs is dit 92 procent. De minister meldt verder dat ook in het mbo gebruik wordt gemaakt van de voorziening. "Ik zie dat veel besturen en scholen hier voortvarend mee aan de slag zijn. Ik waardeer dat zij op deze manier werken aan een veiliger en betrouwbaarder toegang tot digitaal lesmateriaal", aldus Slob. De minister doet een oproep aan scholen die nog geen pseudoniem voor hun leerlingen hebben aangevraagd om hiervan gebruik te gaan maken om zo een veilige gegevensuitwisseling te borgen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.