De regering wil dat de Eerste Kamer snel gaat stemmen over een wetsvoorstel dat luchtvaartmaatschappijen verplicht om passagiersgegevens aan de overheid te verstrekken. Het gaat dan om reserverings- en check-in-gegevens die door de op te richten eenheid Passagiersinformatie Nederland (Pi-NL) zullen worden verwerkt.
De eenheid kan zowel de passagiersgegevens als het resultaat van de verwerking met Europol en vergelijkbare eenheden van andere lidstaten delen. Ook kunnen het Openbaar Ministerie, de politie, de bijzondere opsporingsdiensten, de Koninklijke marechaussee en de Rijksrecherche bij de eenheid Pi-NL informatie opvragen. De maatregel zou nodig zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit.
Het wetsvoorstel, dat de Europese PNR-richtlijn (Passenger Name Record) omzet in Nederlands recht, werd vorige maand door de Tweede Kamer aangenomen. De regering wil nu dat ook de Eerste Kamer er snel naar kijkt. "De regering hecht er zeer aan dat de Eerste Kamer het implementatiewetsvoorstel zo mogelijk nog voor de Kamerwisseling plenair behandelt en in stemming brengt", zo laat minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid in een brief aan de senaat weten.
De reden voor de oproep is volgens Grapperhaus dat de Europese Commissie een inbreukprocedure tegen Nederland is gestart omdat de PNR-richtlijn niet snel genoeg naar Nederlands recht is omgezet. "De kans is zeer aanzienlijk dat de Commissie een jaar na het verstrijken van de implementatietermijn van de PNR-richtlijn (25 mei 2019) de zaak aanhangig maakt bij het Hof van Justitie van de Europese Unie en een boete en dwangsom gaat vorderen", aldus de minister.
Grapperhaus meldt verder dat de regering de Europese Commissie graag wil melden dat de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel naar verwachting op zeer korte termijn zal zijn afgerond. Als de Eerste Kamer het wetsvoorstel goedkeurt merkt de minister op dat hij de wet zo spoedig mogelijk inwerking zal laten treden (pdf).
Privacy Barometer liet eerder al weten dat het wetsvoorstel waarschijnlijk in strijd met het Europese recht is. Een vergelijkbare regeling is in 2017 namelijk door het Europese Hof van Justitie ongeldig verklaard. Ook was er kritiek van de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens. De privacytoezichthouder stelde dat de regering niet heeft onderbouwd waarom gegevens vijf jaar bewaard moeten worden en waarom dat ook gebeurt bij mensen die nergens van worden verdacht.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.