Sinds maart vorig jaar worden uitspraken in asiel- en bewaringszaken digitaal door rechters en griffiers ondertekend, maar dit gebeurt in sommige gevallen niet volgens de wet. Er wordt namelijk niet altijd voldaan aan de vereiste van de tweefactorauthenticatie, zo oordeelde de Raad van State vandaag.
De identiteit van een ondertekenaar kan alleen aan een uitspraak worden verbonden als deze zich via tweefactorauthenticatie heeft geauthenticeerd. De Raad van State stelt nu dat als de ondertekenaars van de uitspraak gebruikmaken van een mobiele of vaste werkplek van de Rechtspraak niet wordt voldaan aan het vereiste van de tweefactorauthenticatie.
In de eerste situatie bij een mobiele werkplek wordt bijvoorbeeld twee keer dezelfde authenticatiemethode gebruikt. Bij het gebruik van een vaste werkplek is het gebruik van de Rijkspas om toegang te krijgen geen authenticatiemethode, aldus de Raad van State. Wanneer rechters en griffiers gebruikmaken van de eigen mobiele werkplek wordt wel aan de wettelijke eisen voldaan.
Aan de uitspraken van de rechtbank is niet te zien van welke werkplek de rechter en de griffier bij de ondertekening gebruik hebben gemaakt. Daardoor is het onduidelijk of ze zich hebben geauthenticeerd via een middel dat uitgaat van tweefactorauthenticatie. De Rechtspraak gaat nu de werkwijze aanpassen.
Tot de benodigde aanpassingen zijn doorgevoerd worden rechters en griffiers in het geval er een bezwaar is gemaakt over de digitale ondertekening van de uitspraak gevraagd om te verifiëren dat zij de ondertekenaars zijn. Tevens hebben de rechtbanken besloten om uitspraken voor de zekerheid ook weer met een 'natte handtekening' te ondertekenen. De uitspraak van de Raad van State heeft geen rechtsgevolgen voor al gedane uitspraken.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.