Internet of Things-apparaten verschillen van gewone it-apparaten als het gaat om werking, beheer, beveiliging en monitoring en organisaties moeten hier rekening mee houden, zo stelt het Amerikaansee National Institute of Standards and Technology (NIST) in een nieuw rapport over IoT-risico's (pdf).
NIST is een Amerikaanse organisatie die onder andere verantwoordelijk is voor het opstellen van cybersecurityrichtlijnen voor de Amerikaanse overheid. In het rapport gaat het NIST in op de risico's die bij IoT-apparaten komen kijken en hoe organisaties hiermee kunnen omgaan. Volgens de standaardenorganisatie weten veel organisaties niet dat ze op grote schaal van IoT-apparaten gebruikmaken.
"Het is belangrijk dat organisaties hun gebruik van IoT begrijpen, omdat veel IoT-apparaten op een andere manier cybersecurity en privacyrisico's beïnvloeden dan bij gewone it-apparaten het geval is", aldus het NIST. Zo verschilt de manier waarop IoT-apparaten met de fysieke wereld werken. Best practices op het gebied van cybersecurity en privacy die voor gewone it-apparaten gelden, gaan bijvoorbeeld niet altijd op voor IoT-apparaten.
Het NIST stelt ook dat veel IoT-apparaten niet op dezelfde manier zijn te benaderen, beheren of monitoren zoals bij gewone it-apparaten kan. Hierdoor moeten medewerkers bijvoorbeeld voor een groot aantal IoT-apparaten handmatige werkzaamheden uitvoeren. Daarnaast kan de beschikbaarheid, efficiëntie en effectiviteit van cybersecurity- en privacymogelijkheden van IoT-apparaten verschillen ten opzichte van conventionele it-apparaten.
Bij het in kaart brengen van de cybersecurity- en privacyrisico's voor IoT-apparaten adviseert het NIST om met drie doelen rekening te houden. Het beschermen van de veiligheid van het apparaat, het beschermen van de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van de data en als laatste het beschermen van de privacy van het individu. Deze doelen dienen als basis voor beleid, processen en beveiligingsmaatregelen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.