Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid ziet niets in het invoeren van een decryptiebevel voor verdachten, zoals het CDA wil. Dat heeft de minister in voortgangsbrief over de aanpak van online seksueel kindermisbruik laten weten. In maart vond er een algemeen overleg plaats over kindermisbruik.
Daarin kwam ook het decryptiebevel voor verdachten aan bod. "De rechtbank heeft geoordeeld dat de politie een duim van een verdachte mag gebruiken voor de ontgrendeling van een telefoon, maar wij vinden dat eigenlijk niet genoeg. Ik denk dat zeker wanneer we seksueel misbruik en kinderpornografie willen aanpakken, er meer nodig is", aldus CDA-Kamerlid Van Toorenburg in het overleg.
Ze wilde een motie indienen die verdachten verplicht mee te werken aan het ontsleutelen van gegevensdragers. "Ik wil dat onder hele strikte voorwaarden iemand kan worden gedwongen - dat wil ik niet met waterboarding doen, maar wel met dwang - om zijn wachtwoord af te geven om te kijken of middels die computer uiteindelijk bewijs kan worden gevonden over de verblijfplaats van een kind, om een kind te ontzetten, alleen onder die omstandigheden", voegde Van Toorenburg toe.
Minister Grapperhaus liet weten dat hij het invoeren van een ontsleutelplicht zou onderzoeken als Van Toorenburg haar motie introk, wat het CDA-Kamerlid ook deed. Vandaag laat de minister weten dat hij net als zijn voorgangers niets ziet in het invoeren van een decryptiebevel voor verdachten (pdf). Er zijn nog steeds juridische en praktische bezwaren tegen een ontsleutelplicht.
"Ten eerste is het decryptiebevel moeilijk te verenigen met het nemo teneturbeginsel (het recht van een verdachte om zichzelf niet te belasten)", laat Grapperhaus in een verdere toelichting weten (pdf). Daarnaast kunnen verdachten zeggen dat ze hun wachtwoord zijn vergeten en zal het lastig zijn om te bewijzen dat dit niet zo is. Een andere mogelijkheid is dat de verdachte wel een wachtwoord verstrekt, maar dit alleen toegang tot een bepaald deel van het versleutelde systeem geeft, waarin alleen 'onschuldige' bestanden zitten.
Daarmee voldoet de verdachte aan het decryptiebevel, terwijl de incriminerende bestanden kunnen worden opgeslagen in het zogenaamde 'hidden volume' van het geautomatiseerd werk, merkt Grapperhaus op. Zowel het Openbaar Ministerie als de politie herkennen zich volgens de minister in deze bezwaren en hebben ook geen wens om een decryptiebevel te introduceren.
Grapperhaus stelt verder dat de Wet computercriminaliteit III manieren biedt om toch toegang tot versleutelde gegevens te krijgen. Hierdoor kunnen politie en justitie het systeem van een verdachte op afstand heimelijk binnendringen. Bij de evaluatie van deze bevoegdheid zal dan ook worden gekeken of die in voldoende mate doeltreffend en effectief is, onder andere bij het verkrijgen van toegang tot versleutelde gegevens.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.