De huidige werkwijze die opsporingsdiensten toepassen om verdachten via mobiele netwerken te identificeren en lokaliseren werkt niet met 5G, er zijn dan ook aanpassingen nodig, zo heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid laten weten.
In juli kwam Europol met een waarschuwing dat 5G-netwerken het straks lastiger voor opsporingsdiensten maken om hun werk te doen. Zo wordt het lastiger om gebruikers aan de hand van de simkaart te identificeren en lokaliseren. "Het is straks niet meer mogelijk om rechtmatige onderzoeks- en surveillancemaatregelen uit te voeren. Eén van de belangrijkste tactische operationele en onderzoekstools wordt daardoor overbodig", aldus een rapport van de Europese opsporingsdienst. De eigenschappen van 5G zouden het ook lastiger maken om gebruikers af te tappen.
"De opzet van 5G-netwerken houdt in dat informatie is gefragmenteerd, en mogelijk niet beschikbaar of toegankelijk is voor opsporingsdiensten", liet Europol weten. Andere eigenschappen van 5G zorgen ervoor dat apparaten direct met elkaar communiceren, zonder dat het kernnetwerk van de provider wordt gebruikt en ook virtualisatie van fysieke delen van het netwerk vormen een belemmering. Tevens maakt de opsporingsdienst zich zorgen dat end-to-end-encryptie als verplichte standaard aan 5G wordt toegevoegd.
VVD-Kamerleden Weverling en Laan-Geselschap wilden van Grapperhaus weten of hij het met Europol eens is over de impact voor opsporingsdiensten. "Identificatie en lokalisatie van verdachten, maar ook van personen in acute noodsituaties, zal ook in het 5G-netwerk technisch gezien mogelijk zijn. De huidige werkwijze voor het identificeren en lokaliseren van personen werkt echter niet in het 5G-netwerk", aldus de minister.
Op dit moment wordt in de ambtelijke werkgroep '5G en opsporing' onder voorzitterschap van de politie met daarin het Openbaar Ministerie, Agentschap Telecom en de ministeries van Economische Zaken en Justitie en Veiligheid gekeken welke aanpassingen in de werkwijze noodzakelijk zijn om verdachten in het 5G-netwerk te identificeren en lokaliseren. "Waar nodig zal de regelgeving op dit punt moeten worden aangepast", voegt Grapperhaus toe.
De minister heeft over de impact van 5G op de opsporing contact gehad met Europol en telecomproviders. "Het uitgangspunt is dat de opsporing en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten hun wettelijke taken kunnen blijven uitoefenen ten behoeve van de nationale veiligheid en het opsporen en vervolgen van strafbare feiten, ongeacht de technologische ontwikkelingen in de telecommarkt. Dit uitgangspunt wordt gedeeld door de grote telecomproviders", zo laat de minister weten (pdf).
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.