Bestaande wet- en regelgeving is voldoende om de privacy van gebruikers van techproducten en -diensten te beschermen, zo heeft minister Dekker voor Rechtsbescherming op Kamervragen over Apple Siri laten weten. Wel start de overheid volgend jaar een campagne om burgers bewust te maken van de privacyrisico's bij het gebruik van digitale applicaties.
CDA-Kamerleden Van den Berg en Van Dam hadden de minister vragen gesteld naar aanleiding van berichtgeving dat Apple data van Siri-gebruikers met een extern bedrijf deelt. Net als andere techbedrijven laat Apple opnames die via de eigen spraakassistent Siri zijn opgenomen door mensen beluisteren. Vanwege de ontstane ophef is Apple hier tijdelijk mee gestopt en heeft het beluisteren van opgenomen Siri-audio door mensen opt-in gemaakt.
Van den Berg en Van Dam wilden van Dekker weten of de Autoriteit Persoonsgegevens al eerder bekend was met de vermeende privacyschending door Apple. "Het fenomeen van afluisteren via smart speakers was bij de Autoriteit Persoonsgegevens bekend", antwoordt de minister. Die stelt dat indien het verwerken van opgenomen audio zonder juiste rechtsgrondslag plaatsvindt zoals de berichtgeving suggereert, dat niet alleen kwalijk is, maar ook onrechtmatig.
Dekker voegt toe dat het delen van persoonsgegevens met derden niet per definitie een kwalijke zaak is. "Het is van belang dat bedrijven binnen de geldende wet- en regelgeving persoonsgegevens kunnen delen met derde partijen, zodat zij deze gegevens kunnen analyseren om bepaalde producten of bedrijfsprocessen te optimaliseren."
De CDA-Kamerleden vroegen de minister ook of de verschillende incidenten met smart speakers op een "privacyprobleem" in de techsector duiden. Daar is de minister het niet mee eens: "Het feit dat zich een aantal incidenten bij verschillende bedrijven heeft voorgedaan, wijst niet direct op een 'privacyprobleem' in de gehele sector." Wel stelt Dekker dat het erop lijkt dat meerdere bedrijven bij het analyseren van spraakgegevens voor productverbetering niet binnen de wettelijke kaders zijn gebleven.
Afsluitend wilden Van den Berg en Van Dam weten of de huidige wet- en regelgeving op dit moment voldoende is om de privacy van gebruikers van techproducten en -diensten te beschermen. "De wet- en regelgeving acht ik op dit moment in het algemeen inderdaad toereikend om de privacy van consumenten van techproducten en -diensten te beschermen", antwoordt de minister.
Wel ziet het kabinet in dit verband twee onderwerpen waar het juridisch kader mogelijk nog tekortschiet. Het gaat om de grote hoeveelheid data die techbedrijven verzamelen en gebruiken. Het kabinet wil dan ook gaan kijken of dit kan worden ingeperkt. Ten tweede wil het kabinet uitzoeken of de normen uit de AVG wel voldoen om de risico's van profilering tegen te gaan.
Om het privacybewustzijn van burgers te vergroten komt er in het voorjaar van 2020 een publiekscampagne over de privacyrisico’s bij het gebruik van digitale applicaties. De campagne zal aandacht besteden aan de risico’s die burgers lopen als ze persoonlijke data via allerlei apps delen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.