Facebook moet nepadvertenties waarin mediaondernemer John de Mol Bitcoins en andere cryptovaluta aanprijst van het eigen platform weren, zo heeft de rechtbank Amsterdam vandaag bepaald. Ook moet de sociale netwerksite de identiteit van de partijen achter de advertenties aan De Mol verstrekken.
Sinds oktober 2018 verschenen op Facebook en Instagram advertenties waarin het leek alsof De Mol en andere bekende Nederlanders reclame maakten voor het investeren in Bitcoins en andere cryptovaluta. Het ging om malafide advertenties die zonder toestemming van De Mol en andere betrokkenen waren gemaakt. Daarnaast werden mensen die op de advertenties ingingen en geld overmaakten opgelicht. Op deze manier zijn slachtoffers voor tenminste 1,7 miljoen euro gedupeerd, aldus de rechtbank.
De Mol liet de advertenties door Facebook verwijderen en spande daarna een procedure aan om te verbieden dat Facebook de nepadvertenties nog langer zou toelaten. Tevens eiste hij van Facebook de gegevens van de adverteerders en dat die voor altijd van Facebook en Instagram zouden worden verbannen. Facebook gaf hier geen gehoor aan. Het techbedrijf zegt al veel tegen nepadvertenties te doen en stelt dat verdergaande acties niet verplicht kunnen worden gesteld, en het ook niet is toegestaan en technisch bovendien niet mogelijk is.
De voorzieningenrechter gaat hier niet in mee en stelt De Mol grotendeels in het gelijk. "Het argument van Facebook dat het slechts een neutraal doorgeefluik van informatie is en daarom überhaupt niet verplicht kan worden gesteld om op te treden, gaat in dit geval niet op. Daarvoor speelt het bedrijf ten aanzien van advertenties, die het primaire verdienmodel van Facebook vormen, een te actieve rol", aldus de rechtbank.
Volgens de rechtbank heeft Facebook actief beleid over welke advertenties wel en niet op Facebook en Instagram verschijnen. Er zijn daarnaast geen wettelijke bepalingen die Facebook verhinderen om meer tegen nepadvertenties te doen. De eis van De Mol is verder zo specifiek, dat er geen sprake van een wettelijk verboden algemeen filterverbod is. Verder zijn de advertenties nadat Facebook die verwijderde nauwelijks teruggekomen, wat laat zien dat er technisch actiever kan worden opgetreden.
De rechter oordeelde dat Facebook niet is verplicht om de adverteerders voor altijd te weren. Die eis is volgens de voorzieningenrechter te verstrekkend. Wanneer Facebook de uitspraak niet opvolgt kan het een dwangsom van maximaal 1,1 miljoen euro opgelegd krijgen. Zo moet het techbedrijf binnen zeven dagen na betekening van het vonnis gebruiksgegevens en betaalgegevens van de adverteerders aan De Mol verstrekken.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.