Het kabinet laat onderzoeken welke impact gezichtsherkenningstechnologie op de privacy van mensen heeft. Dat schrijven minister Knops van Binnenlandse Zaken en minister Dekker voor Rechtsbescherming in een brief aan de Tweede Kamer (pdf).
Tijdens een algemeen overleg over de digitale overheid waren de bewindslieden gevraagd hoe het kabinet omgaat met de toepassing van gezichtsherkenningscamera' s in allerlei praktijksituaties, terwijl er nog vraagtekens zijn over het wettelijk kader voor de toepassing van deze technologie. Volgens de ministers geldt voor de verwerking van biometrische gegevens een uitgebreid kader dat strenger is dan bij de verwerking van gewone persoonsgegevens.
Wel stellen ze dat de afweging of gezichtsherkenning met behulp van camera’s toelaatbaar is, sterk verschilt per situatie en context. "Voordat gezichtsherkenning met behulp van camera’s wordt ingezet, moet onder andere altijd zorgvuldig gekeken worden wat het doel van de inzet van de technologie is, wat de nauwkeurigheid van de technologie is, welke voor- en nadelen de technologie kent, of er inbreuk gemaakt wordt op de private sfeer, hoe deze aspecten in verhouding staan tot het doel en of het doel op andere wijze kan worden bereikt", schrijven Dekker en Knops in hun brief.
De ministers stellen dat in bepaalde gevallen de inzet van gezichtsherkenningstechnologie in principe niet toelaatbaar is. "Hier kan indien nodig aanvullende regelgeving op plaatsvinden." Het kabinet laat nu door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoeken op welke wijze het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie inbreuk kan maken op de privacy. Dit onderzoek moet voor de zomer van dit jaar gereed zijn. Daarnaast komt Dekker met een brief over de toepassingen van gezichtsherkenning in Nederland en het juridische kader dat daarop van toepassing is.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.