Er kleven allerlei nadelen aan de contact-tracing apps die overheden tegen de verspreiding van het coronavirus willen inzetten, maar het grootste probleem is wel het vrijwillige gebruik ervan, zo stelt Ross Anderson, hoogleraar Security Engineering aan de Universiteit van Cambridge en door de Britse overheid gevraagd om te adviseren over de security en privacy van dergelijke apps.
Volgens Anderson is er een groot verschil tussen contact-tracing in de echte wereld en wat er in de voorstellen van academici en bedrijven wordt aangenomen. Eén van de punten die de hoogleraar noemt is dat een vrijwillig en anoniem te gebruiken app tot misbruik zal leiden, bijvoorbeeld door scholieren die zichzelf ziek melden zodat de hele school naar huis wordt gestuurd.
Daarnaast speelt het probleem met bluetooth dat over een veel grotere afstand signalen kan opvangen dan de anderhalve meter die wordt geadviseerd afstand te houden. Dit kan tot allerlei false positives leiden. Een ander punt is dat de apps gegevens niet centraal mogen opslaan. Het is echter veel lastiger om decentrale systemen te updaten, gaat Anderson verder. "In de pandemie zal gezondheidspersoneel allerlei soorten parameters wekelijks of zelfs dagelijks moeten aanpassen. Dat is niet mogelijk met apps op 169 verschillende toestellen en peer-to-peer-communicatie."
Het allergrootste probleem is echter het vrijwillig gebruik van een dergelijke app. "Wanneer het gebruik vrijwillig is, heeft niemand een reden die te gebruiken, behalve de knutselaars en mensen die religieus voldoen aan alles wat de overheid vraagt", merkt Anderson op. Zo lanceerde de Singaporese overheid een vrijwillige contact-tracing app, maar idie s daar door zo'n vijftien procent van de bevolking geïnstalleerd.
Met zo'n laag percentage heeft het gebruik van contact-tracing apps geen zin. Volgens minister De Jonge zou minstens zestig procent de app moeten installeren. Apps die door de overheid verplicht worden gesteld, zoals voor quarantaine geofencing, zullen met een vijandiger dreigingsmodel te maken krijgen, merkt de Hoogleraar op, wat ook geldt voor digitale certificaten waarmee men kan aantonen immuun te zijn. Bij dergelijke apps zal de prikkel om vals te spelen volgens Anderson "extreem" zijn, en zijn we beter af met papieren serologische testcertificaten.
De hoogleraar vermoedt dat het gebruik van contact-tracing apps vooral moet worden gezien als maatregel van overheden "die iets willen doen". Anderson hekelt verder de miljarden die de afgelopen jaren aan terreurbestrijding zijn uitgegeven. Geld dat naar de inlichtingen- en veiligheidsdiensten ging, ging ten koste van de gezondheidszorg. "We hebben een radicale herverdeling nodig van middelen van het surveillance-industrieel complex naar de gezondheidszorg", merkt hij op.
Afsluitend laat Anderson weten dat er moet worden geleerd van landen zoals Taiwan en Zuid-Korea en de nadruk nu vooral moet liggen op het uitbreiden van het testen, het maken van ventilatoren en het trainen van medisch personeel zodat ze hiermee kunnen omgaan. "Wanneer we bullshit zien moeten we dat laten weten, en we moeten beleidsmakers niet de valse hoop geven dat ze door technomagie geen moeilijke beslissingen hoeven te nemen."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.