Heb jij een interessante vraag op het snijvlak van privacy, cybersecurity en recht? Stuur je vraag naar juridischevraag@security.nl. Elke week geeft ict-jurist Arnoud Engelfriet in deze rubriek antwoord.
Juridische vraag: Ik heb een discussie met collega's over het opnemen van je eigen gesprekken. Zij zeggen dat dat je dan de privacy van de wederpartij schendt, en bij een opgenomen telefoongesprek ook het brief- en telefoongeheim (artikel 13 Grondwet). Maar volgens mij mag dat toch gewoon altijd, zelfs zonder het te melden? Of is dit veranderd sinds de AVG?
Antwoord: Het is niet strafbaar om gesprekken op te nemen waar je deelnemer aan bent (art. 139a Strafrecht). Je hoeft het niet te melden aan je gesprekspartner, en komt het uit dan heeft zhij ook geen recht op een kopie. De gedachte van de strafwet is dat afluisteren van andermans privégesprekken kwalijk is, maar als je zelf in het gesprek zit, dan is er geen probleem op dat gebied.
Naast het strafrecht heb je inderdaad de AVG. Die vindt inderdaad iets van het maken van gespreksopnamen, want dat zijn persoonsgegevens die je dan verwerkt. Alleen: wanneer je die opname maakt voor jezelf, omdat je bewijs wil van wat er is gezegd en dat bewijs hooguit inzet in juridische procedures, dan valt dat onder de exceptie voor huishoudelijke doeleinden.
Krijg je natuurlijk meteen het verwijt dat "huishoudelijke doeleinden" heel beperkt uitgelegd wordt. Daar ben ik dus even ingedoken, en dat valt reuze mee (pdf). Het is natuurlijk in zoverre beperkt, want het moet gaan om iets particuliers (dus niet met je zakelijke pet op, ook niet als eenmanszaak) en iets dat tot jouw huishoudelijke activiteiten beperkt is. Oftewel jij in je eentje doet de hele verwerking, het gaat om mensen die dichtbij je staan en alles gebeurt op kleine schaal.
Ik zie werkelijk niet hoe "ik neem mijn eigen gesprekken op en bewaar die voor het geval er een juridisch conflict is waarbij ik de opname nodig heb" conflicteert met bovenstaande.
Minstens zo belangrijk: het opnemen van je eigen gesprekken valt vrij evident onder de informatievrijheid, het recht feiten en inlichtingen te mogen verzamelen (artikel 10 EVRM, artikel 11 Handvest). Dat is een grondrecht, net zo goed als privacy (artikel 8 EVRM) en bescherming van persoonsgegevens (artikel 9 Handvest) en het telefoongeheim (artikel 13 Grondwet). Vanuit dat perspectief is het raar om te zeggen "moet dat nou, je kunt het toch even vragen". Je hebt geen ‘moet’ nodig om een grondrecht uit te mogen oefenen. Dat mag je, punt.
Natuurlijk kan het ene grondrecht botsen bij het andere, en dat is wat hier dan gebeurt. Een opname is inderdaad een inperking op iemands bescherming van persoonsgegevens, en mogelijk ook een privacyschending (ik twijfel, want je was erbij tijdens het gesprek en waarom is het dan privé als de ander terug kan halen wat je zei). Je komt dan in een afweging van belangen terecht, waarbij uitgangspunt is dat beide grondrechten even zwaar wegen.
Voor mij geeft uiteindelijk de doorslag dat a) het gaat om opname ten behoeve van bewijs, dus géén publicatie b) welk bewijs je niet op andere wijze kunt krijgen en c) een gesprek van karakter verandert als je zegt dat je het opneemt. Je verliest dus je positie als je zegt wat je gaat doen, en de privacy- of persoonsgegevensinbreuk zie ik als minimaal omdat het gaat om dat beperkte doel als bewijs.
Praktische tip nog: als je dit doet, maak dan pas zo laat mogelijk bekend dat je een opname hebt. Het netste lijkt mij dat je eerst gewoon samenvat wat er is gezegd (bijvoorbeeld in je bezwaarschrift of dagvaarding), als daar over gepiept wordt dan reproduceer je wat er letterlijk is gezegd en pas als men dán nog ontkent dan laat je de opname horen.
En nog eentje: het is handig als je de opname ergens bewaart waar er een onafhankelijke timestamp op gezet wordt (wellicht een soundcloud of online cloudopslag) en liefst waar bewerken niet zomaar mogelijk is zonder dat dat sporen achterlaat. Dan weerleg je meteen het verwijt dat je de opname gemanipuleerd hebt.
(En voor de zekerheid: wie om welke reden dan ook die gesprekken publiceert anders dan in een gerechtelijke procedure die kan zich niet op bovenstaande beroepen.)
Arnoud Engelfriet is Ict-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.