De keuze van het kabinet om een op bluetooth gebaseerde corona-app te laten ontwikkelen stond niet vooraf vast, maar alternatieven zijn er ook niet onderzocht. Dat laat minister De Jonge van Volksgezondheid op Kamervragen van GroenLinks weten.
Het was al duidelijk geworden door het handelen op meerdere momenten, eens te meer ter memorie merk ik op dat hier blijkt dat deze minister niet toepast wat hij zegt dat echt keihard nodig is "We moeten echt alles op alles zetten om dit virus onder controle te krijgen".
Daar zijn dus meerdere keuzes, en ook bovenstaande keuze van deze minister, mee in strijd.
De woorden "alles op alles zetten" van de minister - en dus afspraak met Nederland en de 2e kamer namens Nederland - impliceren hoe dan ook, ook als je moeilijke keuzes moet maken, dat je niet als minister met oogkleppen op naar de finish probeert te snellen.
NA het mislukte App-ontwikkel weekend zei deze minister zelf dat hij vanaf dat moment wel een goede aanpak zou hanteren.
Dat betekent tenminste dat je in het ontwerp-ontwikkel stadium minimaal in context keuzes moet maken.
Dat betekent niet alleen tijdsdruk, maar ook een zorgvuldige afweging waarbij je naar alternatieve oplossingen kijkt en qua mogelijke technieken spiegelt op je eigen aannames en nog nader te bepalen en in te vullen factoren verderop in het ontwerp-ontwikkel traject.
Bepalend hierbij is niet of de precieze afstand kan worden gemeten, maar of nabijheid voldoende kan worden vastgesteld om epidemiologisch van waarde te zijn
Nee, beste minister.
Bepalend is of je onder consistente werking consistente input en output kunt generen op basis van detectie-signalen.
Eerste les die ministers meekrijgen bij leiding geven aan ontwikkeltrajecten is altijd, pin jezelf niet vast aan 1 bepaalde techniek.
Je gaat dan heel snel nat.
En dat heeft deze minister dus duidelijk nog niet tot zich genomen sinds zijn mislukte App-ontwikkel weekend.
Heel vreemd, gezien de zwaarwegende maatschappelijk belangen die hij zelf verbind aan de App, en vooral eigenzinnig.
Niet goed als je als minister niet kunt zeggen of en hoe lang het duurt voordat je deze hele situatie definitief kan afronden.
Want die algehele onzekerheid laat deze minister duidelijk weer wel meewegen door in de route-kaart - parallel aan dit App-ontwikkel traject - een zeer logische exit / afronding moment achterwege te laten.
Tweede les die minister meekrijgen bij leiding geven en bij professionals daarop worden bevraagd, wat markeert je succes en wat markeert het succesvolle afronding van je beoogde traject?
Voor succes - als je dat zo kan noemen - introduceert deze minister dat de App "epidemiologisch van waarde" gaat zijn.
Hierin stapt minister de Jonge dus meteen in een 2e valkuil.
Namelijk doorrennen zonder omkijken of bijstellen van aanpak met input (de 2e kamer in dit geval) bij een mistig/troebel beeld van wat context & scope vormt.
De App ontwikkeling is in eerste aanleg primair een IT aangelegenheid.
Ja, ondersteunend aan het medische circuit, maar dan wel primair met het idee dat het de logistieke druk zou kunnen verminderen.
Niet eens secundair iets met medische anamnese, triage en dergelijke want dat gebeurt primair binnen de context van het ziekenhuis / de arts waar je komt met een medisch probleem.
Minister de Jonge stapt met een afstand-App feitelijk in de samenleving en dus buiten de medische wereld.
Hij stapt in eventuele trajecten vooordat je bij de medische omgeving terecht komt.
Het epidemiologische is daarbij geen begrip dat in dat voortraject enige directe rol heeft.
Epidemieën zijn zoals iedereen weet immers geen IT-ware.
In de scope / omschrijving van een omvangrijke oplossing wil je in de regel van best-practices enkel de primaire begrippen opnemen.
Simpelweg omdat je toch al ondersteunende processen gaat formuleren voor de omvangrijke oplossing.
Begrippen die secundair zijn aan het doel / noodzaak van je oplossing en je toch wilt benoemen, zijn in die situaties een belangrijk signaal dat je secundaire elementen juist aparte / extra bijkomende oplossingen vergen.
Dit ten bate van de eisen-specificaties en toetsbaarheid op deel- en eindresultaten.
Hiermee vermijd je op voorhand dat je niet voortijdig een onoverzichtelijke en niet te ontwarren kluwen voor de opdracht en oplossing omschrijving wordt bevorderd.
Concluderend,
deze minister zat tussen april en september 2020 (6 maanden) al minimaal 2x op zijn kern-aanpak ernstig op de blaren.
Met de app ontwikkel weekend en met het na maanden dialoog vanuit de medische sector zoeken wegkijken qua indicatie stelling van wat corona wel en niet beïnvloedt.
Beide kanten moet deze minister zien te vervlechten met EXTRA oplossingen, naast deze afstand App, indien hij de afstand-App überhaupt een functionele werking wil laten krijgen.
Die extra oplossingen moeten de omzetting van invloed van situaties in de maatschappij in combinatie met sociaal verkeer (beide analoog) naar betekenisvollere indicaties ondersteunen.
De invloed van situaties in de maatschappij in combinatie met sociaal verkeer zijn uiteindelijk namelijk zeker van stevige invloed op hoe een besmetting wel snel, traag of niet tot stand kan komen, maar de ingezette technieken wegen die factor niet.
Zonder die extra oplossingen kom je in functionele überhaupt dus niet tot epidemische reconstructies en blijft deze minister gissen op basis van de dan best beschikbare informatie.
Terwijl bijkomende informatie die dan al beschikbaar kan / moet zijn wil je überhaupt zelfs maar suggereren dat je als minister aan gestaafde epidemische scenario's werkt.