De leider van een Nederlandse malwaregroep die door middel van de TorRAT-malware 280.000 euro van slachtoffers wist te stelen is in hoger beroep veroordeeld tot 19 maanden cel. Daarnaast moet hij ING een schadevergoeding van 100.000 euro en de Rabobank een bedrag van 135.000 euro betalen.
De man leidde een groep criminelen die duizenden e-mails naar mkb-bedrijven stuurden waarin werd gelinkt naar een zogenaamde openstaande factuur of ander bestand. In werkelijkheid ging het om de TorRAT-malware. Wanneer slachtoffers dit bestand openden raakte hun computer besmet. Eenmaal actief wisten de verdachten via de malware transacties te manipuleren. Zo werden bankrekeningnummers, naam van de begunstigde en de omschrijving van de betaling binnen de internetbankierenomgeving van het slachtoffer aangepast, zonder dat dit voor slachtoffers zichtbaar was, zo stelt het gerechtshof Den Haag.
Op deze wijze konden betalingen door de TorRAT-malware worden omgeleid naar de bankrekeningen van katvangers. De geldbedragen werden vervolgens zo snel mogelijk aan het zicht van de banken, politie en justitie onttrokken door deze, al dan niet met tussenkomst van een tweedelijns-katvangers waar het geld naar werd doorgeboekt, zo snel mogelijk op te nemen of om te zetten naar bitcoins. De opgenomen, doorbetaalde of in bitcoins omgezette bedragen werden op deze manier witgewassen, oordeelt het hof. Dat stelt verder dat er sprake is van een criminele organisatie waar de verdachte leiding aan gaf.
De man werd in 2016 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden. Tevens oordeelde de rechter destijds dat hij ING een schadevergoeding van 105.000 euro moest betalen. Een vordering van de Rabobank van 166.000 euro werd afgewezen. De verdachte ging vervolgens in hoger beroep tegen de uitspraak. Het hof oordeelt dat de man nog steeds schuldig is, maar komt uit op een lagere gevangenisstraf. Dat komt door de overschrijding van de redelijke termijn waarin het proces plaatsvond. Zo werd de verdachte op 21 oktober 2013 aangehouden. Het vonnis volgde op 20 juli 2016. Daarmee is er sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met negen maanden.
Op 2 augustus 2016 werd er hoger beroep ingesteld. Het hof deed vervolgens op 30 maart van dit jaar uitspraak. Daarmee is de redelijke termijn in hoger beroep met bijna 32 maanden overschreden, wat gevolgen heeft voor de op te leggen straf, aldus het hof: "Ondanks de ingewikkeldheid en de omvang van de zaak en het feit dat er door en namens de verdachte meerdere onderzoekswensen zijn gedaan, is het hof van oordeel dat deze overschrijding matiging van de hierna te vermelden op te leggen straf tot gevolg moet hebben."
Gezien de ernst, de duur en het grote aantal slachtoffers in deze zaak, kan er volgens de rechter geen andere straf dan een gevangenisstraf worden opgelegd. De ouderdom van de feiten doet daar niets aan af. Het hof wilde een celstraf van 24 maanden opleggen, maar komt vanwege de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn uit op 19 maanden. Wel stelt het hof dat de Rabobank heeft aangetoond dat het 135.000 euro schade heeft geleden en de man dit moet vergoeden. Tevens stelde het hof dat ING een schade van 100.000 euro door toedoen van de verdachte heeft geleden, terwijl dat in het vorige vonnis nog 105.000 euro was.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.